Hoe ga ik om met dementie?

Omgaan met dementie

Zijn er vragen die ik beter niet kan stellen aan mijn moeder met dementie? Wat zeg ik tegen mijn partner met de ziekte van Alzheimer als hij iets vergeten is? Omgaan met een vorm van dementie in uw omgeving kan lastig zijn. Er zijn tips die u kunnen helpen. De website van Alzheimer Nederland heeft er een heleboel verzameld. Ook onze medewerkers delen op onze blogpagina graag hun verhalen over de omgang met bewoners. Hieronder hebben we een aantal tips voor u op een rij gezet.  

7 tips: omgaan met dementie

1: Gebruik korte zinnen

Door de dementie kan uw naaste informatie moeilijker verwerken. Het is daarom een goed idee om korte zinnen te gebruiken. Kort én duidelijk, met één boodschap. Dus niet: “we gaan nu naar de supermarkt want het wc-papier is op en we hebben koffie nodig”. Kies in dit geval voor: “we gaan nu naar de supermarkt”.

2: Verbeter niet

Zegt uw naaste met dementie iets dat niet klopt? Verbeter hem of haar dan niet. Dat is niet nodig. Dit kan uw naaste een vervelend gevoel geven. Hij of zij merkt dat hij bepaalde dingen niet goed heeft, niet meer weet of niet meer kan.

3: Ga mee in emoties

Is uw vader, moeder of partner met dementie vanuit het niets verdrietig of boos? Ga mee in de emotie. Geef uw naaste het gevoel dat u begrijpt waarom hij of zij verdrietig of boos is. Ook al weet u niet waar de emotie ineens vandaan komt.

4: Zorg voor structuur

Woont u samen met een ouder of partner met dementie? Zorg dan voor een duidelijke structuur gedurende dag. Zo weet uw naaste waar hij of zij aan toe is. Bijvoorbeeld: om 10.00 uur wandelen we met de hond en om 12.30 uur gaan we lunchen. Een duidelijke kalender en klok helpen hier ook bij.

5: Maak oogcontact

Wilt u iets zeggen tegen uw naaste met dementie? Zoek contact. Oogcontact bijvoorbeeld, of even een hand op iemands arm. Warme aandacht. Zo merkt iemand dat u het vriendelijk bedoelt, ook als hij of zij niet begrijpt wat u zegt.

6: Luister écht, elke keer opnieuw

Vertelt uw naaste keer op keer hetzelfde verhaal? Luister, elke keer weer. Toon interesse. Als u iets zegt als: “dit heb je al verteld”, kan uw naaste daar erg onzeker van worden. Dat is toch nergens voor nodig?

7: Stel geen moeilijke vragen

En vragen zijn al snel lastig, hoe verder iemand in zijn of haar dementie raakt. Namen van familieleden, leeftijden, wat iemand gistermiddag heeft gedaan… de kans bestaat dat uw naaste het niet meer weet. Mocht u wel een vraag stellen waarop uw naaste niet het juiste antwoord geeft, corrigeer hem of haar dan niet. Daar wordt uw naaste alleen maar onzeker van.

Meer tips

Bezoek voor meer tips over omgaan met dementie de website van Alzheimer Nederland. Of lees de verhalen van medewerkers van Dagelijks Leven op onze blogpagina.