10 tips: doe dit niet bij dementie

10 tips: doe dit niet bij dementie

Omgaan met iemand met dementie is niet altijd even makkelijk. Een gesprek voeren, kan lastig zijn. Ook het gedrag van mensen met dementie kan veranderen. Wat moet u nu vooral niet doen in het contact met uw naaste met dementie? Wij hebben een aantal tips op een rijtje gezet. 

Een meneer met dementie. Geschilderd met wolken om zijn hoofd. Tegenover hem zijn dochter. De meneer kan door zijn dementie moeilijk begrijpen wat er wordt gezegd, hij voelt zich verward en verslagen.

Wat u vooral níet moet doen in het contact met uw naaste

  • 2. Te veel helpen
    Neem uw naaste met dementie niet te veel taken en dagelijkse bezigheden uit handen. Als hij of zij dat nog prima zelf kan, waarom zou uw naaste het dan niet doen? U hoeft niet bij alles te helpen.
  • 3. Fouten verbeteren
    Vertelt uw naaste met dementie u iets dat niet klopt? In een vroeg stadium van dementie kan het nog wel goed zijn om iemand daarop te wijzen. Zo haalt u iemand weer naar het ‘hier en nu’. Maar in de meeste gevallen is het geen goed idee om uw naaste te wijzen op eventuele fouten. Dat kan zorgen voor extra onzekerheid, verwarring, schaamte of angst. En dat is toch nergens voor nodig? Soms is het daarom goed om mee te gaan in het verhaal. Dit is voor hem of haar de werkelijkheid.
  • 4. Te veel informatie geven
    Bent u in gesprek met uw naaste met dementie? Zorg ervoor dat u niet te veel informatie tegelijkertijd deelt. Dit kan voor de persoon met dementie erg overweldigend zijn. Houd het gesprek eenvoudig, duidelijk en overzichtelijk.

    Eén boodschap

    Onthoud bijvoorbeeld dat het een goed idee is om één boodschap in een zin te verpakken, niet meer. Zeg dus niet: “Het is mooi weer, ik ga zo even wandelen naar de bakker om brood te halen want dat is op en een heel volkoren is in de aanbieding.” Begin met: “Het is mooi weer”. Geef uw naaste de tijd en de ruimte om te reageren.

  • 5. Te moeilijke vragen stellen
    “Ach, gisteren, toen waren we met z’n allen in de dierentuin. Dat weet je toch nog wel?” Iemand met dementie kan dit maar zo vergeten zijn. Dwing uw naaste niet zich iets te herinneren. Daar kan hij of zij erg onzeker van worden, of zelfs boos. Vraag ook niet naar “hoe de kleinkinderen heten”, als bekend is dat opa of oma dit niet meer weet.
  • 7. Haasten
    Personen met dementie kunnen meer tijd nodig hebben om te reageren of taken uit te voeren. Probeer geduldig te blijven. Geef uw naaste de tijd om zich uit te drukken of iets te doen zonder haast.
  • 8. Gevoelens negeren
    Misschien is uw naaste met dementie heel onterecht boos. Of verdrietig zonder dat daar een duidelijke reden voor is. Zeg dan niet dat deze emoties er niet mogen zijn, of “dat het allemaal wel meevalt”. Laat uw naaste uiten hoe hij of zij zich voelt en neem deze emoties serieus. Negeer deze gevoelens niet.
  • 9. Iets veranderen
    Veel mensen met dementie hebben behoefte aan houvast. Misschien voelt uw naaste zich ook het best in een vertrouwde omgeving. Misschien hecht hij of zij grote waarde aan een vaste dagindeling? Verander dat dan niet zomaar. Leg spullen terug op hun gebruikelijke plek en drink om 10.00 uur dat kopje koffie, als uw naaste dat graag zo heeft.
  • 10. Te veel beschermen
    Bescherm uw naaste met dementie niet te veel. Veiligheid is belangrijk, maar zelfstandigheid en eigen regie ook! Geef uw naaste de kans om te blijven doen wat hij of zij zelf graag doet en gewend is.

Meer informatie over omgaan met dementie

Op de website van Alzheimer Nederland vindt u nog veel meer informatie en handige tips over omgaan met uw naaste met dementie. Klik hier om de website te bezoeken.