In mijn vorige blog heb ik geschreven over wat ik precies doe als stervensbegeleider. Dit keer vertel ik graag meer over contact maken met een bewoner in de laatste levensfase. Hoe voer je gesprekken, welke hulpmiddelen zijn er en waar moet je op letten als stervensbegeleider?
Zoals het woord al zegt begeleid je als stervensbegeleider een stervende tijdens de laatste fase van het leven. Het is belangrijk om eerst het vertrouwen te winnen van mensen die stervende zijn. Stel jezelf voor, vertel wie je bent en wat je doet. Praat met de bewoner over zijn verleden, vraag hoe hij zich voelt. Wil iemand liever niet praten? Laat degene dan nog even met rust en vraag of het goed is dat je alleen even bij hem gaat zitten. Vertel dat wanneer de bewoner wél wil praten je er voor hem bent.
Symbolen als hulpmiddel voor een gesprek
Soms lukt het toch om met de stervende bewoners te praten als je symbolen gebruikt. Nu zal je wel denken: symbolen? Met symbolen bedoel ik dingen die voor de stervende belangrijk zijn. Symbolische verwijzingen naar het geloof, bijvoorbeeld, symbolen van hobby’s of symbolen die te maken hebben met vroeger, zoals foto’s. Door middel van deze symbolen kun je heel veel te weten komen over de stervende.
Voetbal breekt het ijs
Zo was daar meneer Petersen (fictief), die in eerste instantie niet met mij wilde praten. Via zijn familie kom ik erachter dat meneer een groot fan is van het Nederlands voetbalelftal. Ik heb een foto van het kampioenselftal uit 1988 meegenomen en terwijl ik deze in mijn hand houd, praat ik over wat ik allemaal zie en vertel ik dat ik sommige voetballers wel ken. Meneer kijkt naar de foto en begint te glimlachen. Vervolgens begint hij te vertellen over hoe goed dit elftal was. Ook vertelt hij dat hij zelf ook altijd gevoetbald heeft. Gelukkig heb ik mij een beetje ingelezen in het onderwerp voetbal en kan ik dus vragen aan hem stellen. Wat voor speler was meneer Petersen? En was er ook toen al een derde helft? Zo is het ijs gebroken en komt het gesprek op gang.
Zorg er wel voor dat het eerste gesprek niet te lang is. Als je denkt: zo is het even genoeg, vraag dan aan de bewoner of hij het goed vindt dat je later terugkomt.
Wensen bespreken als stervensbegeleider
Bij een later gesprek probeer je te ontdekken welke wensen iemand heeft en laat je hem ook vertellen over hoe hij deze laatste tijd ziet en nog graag zou willen. Sommige stervende bewoners weten dit precies. Respecteer deze wensen: de wens van de bewoner is het belangrijkst.
Zoals mevrouw Jansen (fictief) die drie kinderen heeft. Twee van hen komen geregeld maar de derde, daar heeft ze woorden mee gehad en ziet ze daarom niet meer. Ze zou dit nu toch graag willen. Ik zeg niet dat ik dit ga regelen, want misschien kan ik het niet waarmaken. Ik vertel haar dat ik mijn best ga doen om contact te leggen. Als het dan lukt, zal ik vragen of het derde kind bij moeder op bezoek komt. Zo hou ik een slag om de arm. Ik probeer alles op alles te zetten om het derde kind op bezoek te laten komen zoals mevrouw graag wil.
Laat de bewoner vertellen
Een luisterend oor hebben, dat is het belangrijkste onderdeel van mijn werk als stervensbegeleider. Laat de stervende bewoner, als dat mogelijk is, altijd praten. Het gaat over zijn leven, niet over het leven van de begeleider. Je geeft natuurlijk wel antwoord als de bewoner jou een vraag stelt, bijvoorbeeld of je kinderen hebt of waar je woont. Dat mag je dan altijd vertellen.
Praat altijd mét de stervende en niet, in bijzijn van, óver de stervende. Ook wanneer de bewoner comateus is. Het is verder belangrijk om niet te fluisteren. Praat op een normale toon. Het gehoor van de stervende blijft heel lang goed. Als je fluistert, kan degene denken dat het wel over hem gaat maar hij het allemaal niet mag horen. Dus heb je wat te bespreken waarvan het beter is dat de stervende bewoner het niet hoort? Ga dan even de kamer uit en bepreek het ergens anders.
Er zijn als stervensbegeleider
Probeer altijd de stervende gerust te stellen. Lukt dit niet met woorden? Vraag dan of je een hand op zijn of haar hand mag leggen. Kijk goed naar het gelaat van de stervende bewoner, want daaraan kan je meestal goed zien of hij het goed vindt. Laat, op welke manier ook, vooral altijd merken dat je er bent voor de bewoner.