Mijn hoofd bonkt als ik wakker word op de bank in mijn eigen kamer. Hoe laat is het? Welke dag? Het geluid van de televisie komt hard binnen, terwijl de zon door het raam schijnt. Ik begin te twijfelen of het ochtend, middag of avond is. Mijn buik rommelt. Ik heb vast nog geen koffie gedronken? Langzaam dringt het tot me door dat het dan ochtend moet zijn.
Het bed is keurig opgemaakt en jouw foto staat op het nachtkastje naast mijn bed. Jij kijkt naar mij en ik naar jou; een prachtige foto die warme herinneringen oproept. Jouw lach vult mijn gedachten en ik herinner me de mooie jurk die je aanhebt. Weet je nog dat ik die voor je kocht in Griekenland? Was het niet in Spanje of Portugal? Nee… het moet Griekenland geweest zijn.
Je was zo blij met die jurk. Een feest van kleuren hij stond je prachtig. We liepen hand in hand op het strand, de avondzon ging onder en kleurde de hemel met de mooiste tinten. Jij danste en gaf me een kus. Ik herinner het me als de dag van gisteren. Jij liep altijd rond in mijn gedachten, totdat je plotseling verdween.
‘Ik wil hard je naam roepen, maar ik kan het niet’
Ik zit in mijn stoel en val bijna in slaap. Heel ver weg hoor ik je stem. Zachtjes vertel je me dat je naar buiten gaat. Als ik wakker word, staat de deur half open. Ik hoor radiomuziek, het komt van beneden. Daar moet je vast zijn. Snel sta ik op en loop naar beneden om te kijken of je daar bent.
De koude wind waait door mijn haar. Ondanks dat de zon schijnt, voelt het ijzig aan. Ik ben verdwaald in mijn eigen tuin en vraag me af waar je gebleven bent. Ik zoek jou, in die prachtige mooie jurk. Waar ben je toch? Ik wil hard je naam roepen, maar ik kan het niet. Ik zoek je naam. Het kan toch niet dat ik jouw naam niet meer weet? Ik voel me verloren en verdrietig, warme tranen rollen over mijn wangen.
‘Mijn mooie vrouw in een prachtige jurk’
Plotseling pakt iemand stevig mijn hand vast. Daar ben je! Ik kijk je aan, maar je bent het niet. Is er iemand die me wil helpen jou te zoeken? De vreemde hand voelt warm en veilig. “Kom je met me mee naar binnen? Het is zo koud buiten…”
Ik wil vragen of jij haar misschien gezien hebt. Mijn mooie vrouw in een prachtige jurk. Groen, geel, rood, en nog meer schitterende kleuren. Je kijkt me aan, maar geeft geen antwoord. “Laten we lekker naar binnen gaan en samen genieten van een kopje koffie.”
Ik loop met haar mee….