Moeder en dochter zitten samen aan tafel in de huiskamer van Het Warandehuis, de kleinschalige woonzorglocatie voor mensen met dementie van Dagelijks Leven in Bergen op Zoom. Op de tafel staat de Peperbus die moeder zelf gebreid heeft.
Deel op:

‘Voor mij als dochter is Het Warandehuis ook een soort van thuis’

Beeldjes, foto’s, breiwerk: je kijkt je ogen uit in de studio van Jo (81). Ze is er graag, om even rustig in haar eentje een diamond painting te maken of voetbal te kijken. Maar ze is in Het Warandehuis vooral ook hartstikke druk met alles wat er te doen is. “Soms denk ik: doe het zelf!”

Voor ze drie jaar geleden naar Het Warandehuis verhuisde, woonde ze alleen. Ook in Bergen op Zoom. “Dat ging op een gegeven moment echt niet meer goed”, zegt dochter Adriënne, terwijl ze haar moeder aankijkt. “Je kan je dat zelf niet meer goed herinneren, maar je was erg in de war. Hier ben jij heel erg opgeknapt.” Jo knikt. “Ja, ik was heel erg in de war. En eenzaam, sinds mijn man was overleden. Nu niet meer. Ik zit hier op mijn plek. Ik zeg weleens: dit is de laatste plek. Maar dat kan ook, dat is niet erg.”

Want ze heeft het goed naar haar zin, verveelt zich nooit. Zo zit Jo bij de handwerkclub, die elke maandagmiddag en donderdagochtend samenkomt. “Lapjes moeten we nu breien, voor een van de zusters. Die heeft een tweeling gekregen. Ik zeg: vooruit. Ik doe nog wel een keer mee. Maar ik doe niet altijd nog mee, hoor. Ze zeggen elke dag: Jo, kom je ook naar beneden? Ik zeg: wat moet ik doen dan? Nou, als het bijvoorbeeld kleuren is, dan zeg ik: doe het zelf. Daar heb ik geen zin in hoor.”

Moeder en dochter zitten samen in de studio van Het Warandehuis, de kleinschalige woonzorglocatie voor mensen met dementie van Dagelijks Leven in Bergen op Zoom.

Met Adje aan tafel

Adriënne moet lachen. “Maar jij vindt het wel altijd leuk als Adje er ook is, toch?” Ja, zegt Jo. “Adje is mijn vriendin hier. Zij lag eerst in het ziekenhuis, want ze was gevallen. Maar daar konden ze haar niet meer helpen. Toen kwam ze hier. Ik zeg: Adje, kom maar mee, dan gaan we naar beneden. En sindsdien zijn we vriendinnen. Adje zit in een rolstoel dus wij zitten altijd met z’n tweeën aan de kleine tafel. Ja, het is een lieve meid, echt waar. Maar Adje, die dementeert heel erg. Dat is weleens moeilijk voor mij. En ze heeft epilepsie. Dan zegt ze weleens tegen mij: wat als ik dan morgen dood zou gaan? Jo steekt waarschuwend haar vuist in de lucht. “Dan zeg ik tegen Adje: denk erom hè? Want ik ga met je mee.”

Adriënne vertelt dat haar moeder het soms wel confronterend vindt, dat andere bewoners in de war zijn. “Ze doen altijd een beroep op jou, hè? Jij zorgt hier altijd voor anderen, maar dat zit ook wel in jouw aard.” Er staat inderdaad regelmatig iemand bij haar aan de deur, die verdrietig is of hulp nodig heeft, knikt Jo. “Zelf kan ik goed onthouden. Soms vergeet ik iets, dan moet ik heel goed zoeken. Maar dan weet ik het weer. En dan denk ik: ‘ik ben er weer’.”

Moeder en dochter zitten samen aan tafel in de huiskamer van Het Warandehuis, de kleinschalige woonzorglocatie voor mensen met dementie van Dagelijks Leven in Bergen op Zoom. Op de tafel staat de Peperbus die moeder zelf gebreid heeft.

‘Ik kom hier ook thuis’

Jo kan het niet alleen goed vinden met de bewoners van Het Warandehuis, vertelt Adriënne. “Ook met iedereen die hier werkt heeft mijn moeder goed contact. Ze zijn allemaal zo betrokken, zo fijn. En er kan hier zoveel. Bijvoorbeeld als er kinderen van medewerkers op bezoek komen; dan gaan ze ook bij de bewoners op visite. Dat soort gewone dingen, ik vind dat echt fantastisch. Dat vind ik zo mooi aan dit huis. Er is hier niets afstandelijks aan.”

Voor Adriënne voelt Het Warandehuis als “een soort van thuis”. “Ik kom hier ook thuis. Je voelt je hier heel welkom als familie. Je bent echt onderdeel van het geheel. Ik vind het leuk om bij mijn moeder te komen, maar ook leuk om de andere bewoners te zien. Die leer je ook goed kennen. Ik hoorde laatst van een dochter van een bewoner die overleden is, dat zij dat ook enorm mist. Voor haar was dit een plek waar ze heel graag kwam.”

‘Goede reis, naar boven’

Het overlijden van bewoners is ook moeilijk voor Jo. “Alle keren dat iemand sterft, dan gaat er iets van je weg. Dat vind ik moeilijk. Verschrikkelijk. Ik ken ze allemaal heel goed. Dan denk ik: potdomme wie zou de volgende zijn? Misschien ik wel.” Ze vertelt dat zij als bewoners bij ieder overlijden worden betrokken. “We nemen samen afscheid. Dan staan we in de gang, als de baar met de kist erop naar buiten gaat. Ik zeg altijd: ‘goede reis, naar boven’.”

Eerder lag er altijd een zwarte deken over de kist, vervolgt Jo. “Ik zei: dat is toch ook niet prettig? Ík ga straks niet onder een zwarte deken liggen. Toen hebben we samen een deken gebreid, in de kleuren van hier, van Dagelijks Leven. Allemaal lapjes die aan elkaar zijn genaaid. Nu gebruiken we die deken.”

De bewoner in haar studio in de kleinschalige woonzorglocatie van Dagelijks Leven in Bergen op Zoom, Het Warandehuis. Daarnaast een foto van het kleed dat zij samen met de handwerkclub maakte, voor de uitgeleide van overleden bewoners.

‘Het huishouden? Dat heb ik lang genoeg gedaan’

Zo wisselen verdriet en mooie momenten elkaar af. Want het is ook heel leuk in Het Warandehuis, vertelt Jo. Met als een van de hoogtepunten het jaarlijkse Zomerfeest in de tuin. “Ik help bij de organisatie. Dan bedenken we wat we gaan maken om te verkopen.” Dit jaar breide zePeperbussen . “Ik heb ze allemaal verkocht!” Ook de ‘pinnekes’, carnavalsspeldjes die Adriënne samen met activiteitenbegeleider Ciska ontwierp, gingen hard. Jo laat haar verkooptalent nog even zien. “Je kan er nog eentje meenemen, hoor”, zegt ze. “Wel betalen!”

Nee, Jo verveelt zich nooit. Er is altijd wat te beleven. “Maar af en toe denk ik ook weleens: laat me toch met rust.” Ze moet lachen. Gelukkig móet niets, in Het Warandehuis. Zo zijn er genoeg bewoners die het leuk vinden om te helpen met koken en schoonmaken, maar daar hoort Jo niet bij. “Ik? Nee…. Het huishouden, dat doen wij niet meer. Dat hebben wij lang genoeg gedaan. Adje zegt weleens: wij moeten helpen strijken. Dan zeg ik: Adje, dat heb je lang genoeg gedaan. Laat hen maar strijken. Wij moeten gewoon rusten.” Daar is die ondeugende glimlach weer, als ze vervolgt: “Dat zeg ik ook tegen de medewerkers, hè? Doe het zelf maar. En gauw.”

Verhaal uit:

Het Warandehuis in Bergen op Zoom

Meer informatie