Deel op:

Veel aanpassingsvermogen, geen toverstaf: Loes is psycholoog in de ouderenzorg

Op weg naar huis na een dynamische dag, vroeg ik mij af wat ik als psycholoog zijnde kon vertellen over mijn werk bij Dagelijks Leven. Juist op het moment dat ik er niet actief over nadacht, popte het woord ‘kameleon’ op in mijn gedachten. Jullie vragen je vast af wat dat met mijn werk als psycholoog te maken heeft. Dat ga ik jullie vertellen.

Een kameleon staat bekend om z’n vermogen op te gaan in zijn omgeving. Zich aan te passen. Wanneer ik kijk naar mijn werk als psycholoog, zie ik dat ook ik mij soms wel meermaals op een dag aanpas aan de situatie. Ik neem een rol aan die past bij de omstandigheden. In een gedragsvisite of een bewonersbespreking wordt een actieve, adviserende houding van mij verwacht. Tijdens een observatie van een bewoner moet ik juist bijna onzichtbaar zijn. Een gesprek met een bewoner pak ik op een andere manier aan dan een gesprek met een collega. En als ik een scholing of klinische les geef wordt er van mij verwacht dat ik kennis overdraag op een team.

Maar ook per bewoner, verwant, zorgmedewerker of zorgteam verschilt mijn aanpak. De ene persoon gedijt bijvoorbeeld het beste bij een directe aanpak, de ander vindt het juist prettig als zaken op een nette, indirecte manier worden ingekleed. Gelukkig voel ik van nature vrij goed aan welke rol ik aan moet nemen en welke aanpak hier het beste bij werkt. Dat komt heel goed van pas in mijn werk. Maar soms gaat dit ook met vallen en opstaan, en juist daar leer ik weer van.

De ene keer een wals, de volgende keer een tango

Door dit alles voelt het voor mij wel eens alsof ik als psycholoog tussen het zorgteam, de bewoners en andere betrokkenen heen dans. De ene keer rustig, zoals in een wals, de andere keer snel, zoals in een tango. Ik ben aanwezig, maar ook weer niet helemaal. Ik glijd over de dansvloer (zie je het voor je?). Bij iedereen probeer ik wat informatie te verkrijgen. Zo probeer ik een zo compleet en objectief mogelijk beeld te vormen van de bewoner, de verwanten, het zorgteam en de omgeving. Dit hangt allemaal met elkaar samen (wat het soms behoorlijk complex én interessant maakt).

Op die manier dans je denk ik als zorgmedewerker ook over de werkvloer. Je stemt je handelen en benadering op elke individuele bewoner af. Dit kan zelfs per moment verschillen, afhankelijk van het gedrag, beleving en/of gemoedstoestand van de bewoner met dementie (en je eigen gemoedstoestand 😉). Bij het ene gedrag is bijvoorbeeld een realiteits-oriëntatiebenadering* nodig, terwijl bij een ander soort gedrag een validerende benadering** misschien beter werkt. De ene bewoner vindt het fijn als je veel uit handen neemt en hem of haar wat meer in de watten legt, terwijl een andere bewoner juist heel veel waarde hecht aan zijn eigen regie en het liefste geen bemoeienis van je heeft. Juist omdat je jouw bewoner(s) zo goed kent (of leert kennen), weet je vaak na een tijdje feilloos hoe je hem of haar het beste kunt benaderen. Ook jij past je dus aan, zoals een kameleon. Het stukje ‘Ken mij’ vanuit de visie van Dagelijks Leven, sluit hier heel mooi op aan.

Loes is ouderenpsycholoog in de zorg voor mensen met dementie. Op deze foto's danst ze met een bewoner.
Loes danst met een bewoonster door de huiskamer en raadt elke zorgmedewerker aan dit ook eens te doen.

Al jouw rollen maken je tot de persoon die je bent

Nu vraag je je misschien af: ‘wie is de echte Loes eigenlijk, als ze zoveel verschillende rollen of manieren van handelen aanneemt?’ Ik denk dat al deze rollen samen mij juist tot de persoon maken die ik ben. En dat geldt ook voor jou. Net zoals je je bij je partner anders gedraagt dan in het gezelschap van een goede vriend of collega. Of dat je toch net een andere manier van opvoeden hanteert tussen je twee kinderen. Jij bent wie jij bent, alleen pas je je manier van handelen aan op de persoon waarmee je op dat moment in contact staat en de omgeving waarin jij je bevindt. Je reageert waarschijnlijk zelfs anders als je moe bent en weinig energie hebt. Zo zijn er veel factoren die van invloed zijn op de manier waarop je handelt en reageert.

Ieder z’n eigen gereedschapskoffer

Verder zou je mijn aanpak als psycholoog, maar ook die van jullie, op de volgende manier kunnen bekijken. Je hebt een soort van gereedschapskoffertje bij je. De ene keer haal je dit hulpmiddel eruit, de volgende keer een andere. Het hulpmiddel dat je kiest, pas je aan op de situatie en de vraagstelling. Ieder van ons heeft zo’n koffertje. Omdat we allemaal een andere achtergrond en kennis hebben, kunnen we verschillende hulpmiddelen, of tools, bij elkaar voegen. Samen zoeken we de oplossing om het welzijn van een bewoner te optimaliseren.

Een psycholoog heeft geen toverstaf

Er wordt wel eens lachend gevraagd of de psycholoog niet kan toveren. Ik moet jullie helaas teleurstellen: een psycholoog heeft geen toverstaf om de uitdagingen die gepaard gaan met dementie op te lossen. We zullen het dus met onze gereedschapskoffertjes moeten doen en deze samenvoegen.

En maakt dat ons werk niet juist ontzettend leuk, uitdagend en dynamisch? Samen een casus tot op de bodem uitpluizen om uiteindelijk tot een behandelplan te komen? Een plan waarbij zowel de bewoner als zijn verwanten en het zorgteam baat hebben? Zonder onbegrepen gedrag zouden onze dagen toch behoorlijk saai zijn, of niet? Laten we het daarom vooral ook als een uitdaging zien als er in een gedragsvisite een casus wordt aangemeld en we hier samen aan mogen gaan puzzelen. Samen de verbinding opzoeken, dat is wat ons sterk maakt én mijn (en ik hoop ook jullie) werk leuk maakt.

Dan wil ik jullie als zorgmedewerkers nog één ding meegeven. Dans met je bewoners, en kijk eens wat dit voor effect heeft. Het tovert geheid een glimlach op zijn/haar en jullie gezicht!

*Benaderingsvorm waarbij je probeert de bewoner in het hier en nu te houden.
**Benaderingsvorm waarbij je juist aansluit bij de belevingswereld van de bewoner. Je leeft je zoveel mogelijk in in de gedachten en gevoelens van de bewoner, door goed te luisteren, kijken, oogcontact te maken en lichaamssignalen te herkennen. 

Geschreven door:

Loes Verheijden

Ouderenpsycholoog Meer verhalen van Loes