In Het Blaauwhofhuis werd tussen kerst en oud en nieuw een bijzondere verjaardag gevierd. Sjoerd Holtrop, de eerste bewoner van het huis in Joure, mocht 100 kaarsjes uitblazen. Maar je moet niet denken dat alles nog zo makkelijk gaat als je zo oud wordt, zegt de man die op 99-jarige leeftijd nog zelfstandig woonde, zijn haar verfde en tot zijn 95e nog autoreed.
Het liefst had hij ook nu hij 100 is nog in zijn eigen huis gewoond. Hij was erg gesteld op zijn eigen plekje en zijn tuin, vertelt zoon Ane. “Maar toen kreeg hij een blaasontsteking. Hij belandde in het ziekenhuis en raakte in een delier. En dan zie je hem ineens best stevig achteruitgaan, wat betreft de dementie.” Naar huis ging niet meer. Er werd een tijdelijke plek gevonden op een gesloten afdeling. “Maar dat was niet zijn plek, als kinderen vonden we het vreselijk. Gelukkig opende al snel Het Blaauwhofhuis.”
Altijd een luisterend oor
Om de hoek van zijn eigen huis én met de zorg die meneer Holtrop nodig heeft. “Voor ons, zijn kinderen en kleinkinderen, is het ook nog eens heel dichtbij”, zegt Ane. “Maar het belangrijkste is dat mijn vader helemaal is opgeleefd. Voor hij hier kwam slikte hij redelijk veel medicijnen, nu nog maar een paar. Hij heeft geen angsten meer, er is altijd een luisterend oor, hij krijgt aandacht, goed te eten en te drinken, er wordt van alles georganiseerd en hij heeft mensen om mee te praten.”
Ja, het is wel beter, beaamt zijn vader. Het enige waar meneer Holtrop het zelf nog niet zo mee eens was? Dat de zorgmedewerkers hem elke dag wel wilden douchen. “Ik ben altijd boer geweest, trok niet elke dag schone kleding aan. Dus dat hoeft van mij allemaal niet zo. Ik ben nog nooit zo schoon geweest. Uiteindelijk waren ze het ook wel met me eens, dat het niet zo nodig was.” Liever zou hij willen dat ze zijn haar zouden verven, een volle bos waar hij regelmatig met zijn kam doorheen gaat. “Eerder had ik hartstikke zwart haar.” En later ook nog, vult zoon Ane aan. “Hij verfde het nog tot vorig jaar.”
De muziek soms een beetje kwijt
Toeren op de elektrische fiets, jeu-de-boulen en bowlen: meneer Holtrop is altijd actief gebleven. Vooral in bowlen is hij goed, vertelt zijn zoon. “En dat is maar goed ook, want verliezen, daar heeft hij een hekel aan. Verder is hij heel muzikaal. Hij speelt ook hier nog graag op de piano en het keyboard.” Wanneer hij achter de toetsen plaatsneemt om een stuk te spelen, zegt meneer Holtrop dat hij de muziek soms wel een beetje kwijt is. “Maar dat krijg je, als je ouder wordt.”
“Ik ben hier ook wel thuis”
Zo gemakkelijk gaat het allemaal niet meer als je 100 bent, wil hij maar zeggen. “Maar”, zo nuanceert meneer Holtrop zelf al snel: “je kunt ook niet altijd in het oude blijven hangen. Natuurlijk had ik liever nog in mijn eigen huis gewoond, maar ik ben hier ook wel thuis. Ik voel me hier thuis.” En bij zijn oude huis is hij nog altijd welkom: daar woont kleinzoon Stefan nu met zijn vriendin Ingrid. De boerderij waar hij altijd boer is geweest is ook nog in de familie: die is overgenomen door zoon Reitze. Op zijn 100ste verjaardag werd hij daar op het erf opgewacht door zijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen, 72 man bij elkaar. En dat, daar zijn vader en zoon het over eens, is natuurlijk prachtig.