Deel op:

Ook in latere fase dementie ‘geen beter plekkie voor mijn moeder’

Ze was ruim twee jaar geleden een van de eerste bewoonsters van Het Abtswoudehuis in Delft. Op dat moment eigenlijk juist een van die bewoners die misschien nog nét ‘te goed’ was om in het huis te gaan wonen, vertelt zoon Marc Fahrner. “Inmiddels zit ze aan de andere kant van het spectrum.”

Een aantal keer ziek, waaronder twee flinke longontstekingen. Vorig jaar was geen gemakkelijk jaar voor mevrouw Fahrner Maar het is een ‘taai wijffie’,  zegt Marc, terwijl hij de hand van zijn moeder vastpakt. “De zorg hier zegt ook: het lijkt wel of ze meerdere levens heeft. Ze is er toch telkens weer bovenop gekomen. Mijn moeder heeft er wel een tik van gehad, heeft echt een jasje uitgetrokken. En haar motoriek, beweging; alles is moeilijker geworden. Ze zit nu in een rolstoel, en slaapt vooral heel veel.”

De zorg in het Abtswoudehuis verandert mee. Het traject voor het aanvragen van een VV07-indicatie is in gang gezet, zodat er straks meer tijd is voor één op één-aandacht. “Hoewel ik nu ook al vind dat ze stuk voor stuk de aandacht geven die nodig is. Je ziet echt dat het hier niet op uren schrijven komt, er worden nooit dingen afgeraffeld. Dat is fijn. Toen ze zo ziek was hebben ze bijvoorbeeld haar bed elke avond een paar uur in de woonkamer gezet. Ja, zo konden ze haar in de gaten houden, maar ze kwam ook onder de mensen.”

Drieluik van bewoonster Dagelijks Leven met vergevorderde dementie. Samen met haar zoon zit ze in de woonkamer aan de hoge tafel, ze knuffelen met een kuiken en lachen naar elkaar.

‘De betrokkenheid is groot’

Marc vertelt dat niet alleen zijn moeder, maar ook hij als zoon een band met de verzorging heeft opgebouwd. “Toen ze kwam was ze wel aanzienlijk strijdvaardiger. Ze kon nog weleens van zich af slaan terwijl iemand haar probeerde te helpen. ‘Je kan er een krijgen’ riep ze dan. Nu kan een aantal zorgmedewerkers wel een potje bij haar breken. Ze vindt ze lief. En voor mij is het heel fijn dat ik echt het idee heb dat ik altijd kan binnenlopen, wanneer ik dat wil. Het is mooi dat de zorg toegankelijk is, laagdrempelig. En je ziet dat medewerkers het hier echt met passie doen. Dat zeg ik terwijl ik ‘passie’ eigenlijk een beetje een jeukwoord vind. Maar het is wel de beste manier om het te omschrijven. De betrokkenheid is groot.”

Ballonnen en bingo

Ondanks dat alles nu wat lastiger gaat wordt Marcs moeder zoveel mogelijk gestimuleerd om mee te doen met de activiteiten. In de groepsapp waarin filmpjes en foto’s met familieleden en naasten gedeeld worden, ziet hij haar er toch heel regelmatig bij zitten.  “Dan is ze met een ballon in de weer, of speelt ze mee met bingo. Mooi om te zien dat ze ondanks dat ze nu veel slaapt en alles wat moeilijker gaat, toch gezellig mee kan doen.”

Kleinschalige woonzorglocatie

Marc roemt de kleinschaligheid van Het Abtswoudehuis. “Dat is top, vaak zie je toch van die massale verpleeghuizen en dat wilden mijn broer en ik níet. Ik moet zeggen dat het alles bij elkaar boven verwachting is. We hadden voor we mijn moeder inschreven nog nooit van Dagelijks Leven gehoord. We wisten alleen dat er een kleinschalige woonzorglocatie kwam in Delft, de stad waar mijn moeder het grootste deel van haar leven heeft gewoond, de stad waar ik nog altijd woon en waar mijn broer dagelijks langskomt van en naar zijn werk. En moet je nu kijken. Er is geen beter plekkie voor mijn moeder.”

Bewoonster Abtswoudehuis zit in een rolstoel in de huiskamer van Dagelijks Leven, haar zoon staat achter haar en leunt op de stoel. Ze lachen naar de camera.

Verhaal uit:

Het Abtswoudehuis in Delft

Meer informatie