Samen met een van de bewoners zet ik de koffie en thee klaar voor bij de activiteit. Ik vraag haar of ze de koffiemelk wil halen in de woonkamer. Dat wil ze wel. Enkele minuten later komt mevrouw terug met een schaaltje vlees voor op de boterham. “Ik wist niet meer wat ik moest halen maar dit ziet er lekker uit!”
“Oh wat heerlijk, mevrouw! Zullen we samen een worstje eten?” En dat doen we. Daarna lopen we samen terug naar de woonkamer om het schaaltje vlees te ruilen voor de koffiemelk.
‘Ik wil niet naar zo’n tehuis waar allemaal oude mensen zijn’
Tijdens de reminiscentie-activiteit halen we samen herinneringen op. We hebben het over het werk van vroeger, Mevrouw vertelt dat ze gestudeerd heeft en bij de barones werkte. Op de vraag wat ze precies gedaan heeft geeft ze een duidelijk antwoord: “Veel”!
Na de activiteit komt mevrouw met gebogen hoofd naar me toe. “Kom eens even, ik wil je wat vragen. Ik vergeet de laatste tijd zoveel. Ik ben toch niet gek?” Ik geef mevrouw een knuffel en vraag wat ze bedoelt. “Nou ja, ik vergeet zoveel. Ik zou echt niet in een of ander tehuis willen wonen waar allemaal van die oude mensen zijn.”
Ik zeg dat ik haar begrijp, dat mevrouw zo lang mogelijk dingen zelf wil doen en ondernemen. Met misschien met een klein beetje hulp?
“Ja, jij begrijpt me! Maar áls ik dan ergens zou moeten gaan wonen omdat het mij niet meer alleen lukt, dan zou ik hier willen wonen!”
Allemaal onderdeel van de maatschappij
Mevrouw geeft me een dikke knuffel en ik besef maar weer eens dat we allemaal onderdeel willen zijn van de maatschappij. Met of zonder dementie. Dat is toch niet gek?!