In het boek ‘De verborgen zin van dementie’ van Hans Stolp staat de zin: “Besef dat het bij de verzorging van de mens met dementie steeds om deze grondregel gaat: hij of zij is jouw leermeester. Je kunt immers in de omgang met hen iets leren wat niemand anders je kan leren”. Wat een waarheid. Wat een mooie leerschool!
Het werken met en voor mensen met dementie doe ik nu ongeveer tien jaar. Ik blijf het lastig vinden om te horen en te zien hoe zwaar het de bewoners soms valt om niet meer thuis te wonen. Naar buiten lopen, door het hek, de wijk in. “Naar huis.” “Naar mijn moeder.”
Soms vertelt een bewoner dat de kinderen bijna nooit komen. “Zoveel voor ze gedaan, maar je opzoeken? Ho maar. Ze hebben me hierin gestopt zodat ze van me af zijn.” Een luisterend oor en het tonen van begrip kan dan zoveel doen. Een kopje koffie met een koekje doet meer dan vertellen dat de kinderen er gisteren nog waren.
Gehoord worden
Ik leer veel over wie onze bewoners zijn; ik luister graag naar hun verhalen. Het is jammer dat ik daar soms te weinig tijd voor heb. Ze verdienen het dat naar hen geluisterd wordt. Ze willen gehoord worden. Soms gaan we daar te makkelijk aan voorbij. Samen even naar de glasbak, een tv-programma kijken op de iPad, zorgen dat de kerkdienst zondagochtend klaarstaat, een gesprekje rond de kletspot, op verzoek zorgen dat er katenspek en leverkaas in de koelkast ligt. Als ik iets voor een bewoner heb gedaan of we hebben een gesprekje gehad en ik word daarvoor bedankt, in woorden of met een zoen, krijg ik tranen in mijn ogen.
Verdwenen herinneringen aan kerstmis
Ik sta ook meer stil bij mijn eigen herinneringen. Hoe zal óns leven eruitzien als we 85 jaar zijn?
Zullen we dan ook, net zoals veel van onze bewoners nu, nog maar weinig denken aan hoe wij vroeger kerstmis vierden? Velen van hen zaten met het hele gezin mét aanhang aan tafel. Genieten van een veel-gangendiner met haricots verts, gevulde eieren, garnalencocktail, gevulde kalkoen, rollade, kipragout en chipolatapudding met slagroom na. Een mooi gedekte tafel. Een geborduurd kerstkleed, servetten in een servetring. Een kandelaar met échte kaarsen. Druipkaarsen in een roséfles van Mateus. Sierlijke glazen met witte wijn. Zelfgemaakte kerststukjes. Er werden noten gekraakt.
Wat een herinneringen worden er gemaakt. Ook tijdens deze feestdagen. En wat moeilijk te begrijpen dat die herinneringen over een aantal jaren geen herinneringen meer zijn.
Feestdagen bij Het Verkeerstorenhuis
De voorbereidingen voor kerst in Het Verkeerstorenhuis begonnen dit jaar al vroeg. Praktisch: het rooster. Maar ook, wat zetten we op het menu? Welke kleur versiering willen we? Het omtoveren van dennenappels tot kerstversiering met verf en glitters. Van ronde planken mooie glitterschijven maken voor een kerststukje. Zelf was ik in augustus tijdens mijn vakantie al bezig met het haken van kerstklokjes. Bij het kerstontbijt stond bij elk bord een rood gehaakt kerstklokje.
Begin oktober vroeg ik twee bewoners of ze met mij een gedichtje voor kerst en oud en nieuw wilden maken. Dat vonden ze geweldig, ze gingen er gelijk voor zitten. De zinnen kwamen spontaan bij hen op en kwamen dus recht uit het hart.
Een bezoekje op hun beider studio leverde de twee volgende juweeltjes op:
We beginnen aan een nieuw jaar
gezellig met elkaar.
We hopen op een fijne tijd
en ook veel gezelligheid.
Zoals je weet is het einde van het jaar in zicht.
Mijn gedachten zijn nu op het nieuwe jaar gericht.
Na zo veel dagen met veel feest.
Kijk ik terug op wat is geweest.
Een heel goed en gezond nieuw jaar gewenst van bewoners en personeel van Het Verkeerstorenhuis!