
Mensen met dementie dragen door onverwerkte trauma’s soms een verborgen last met zich mee. Maar hoe herken je deze problematiek? En hoe kunnen wij dan helpen? Verpleegkundig specialist Willy Erdhuizen en psycholoog Marian Biezeman vertellen over die ene bewoner, waaraan duidelijk te zien is dat hij lijdt. Waar komt dit lijden vandaan? En kunnen onze vakgroepcollega’s hem helpen?
Dit is een blog in twee delen. In dit eerste deel is Willy Erdhuizen aan het woord. Hij is verpleegkundig specialist bij Dagelijks Leven, gespecialiseerd in Sensorische Informatieverwerking (SI) en maaltijdbeleving. Het tweede deel schrijft Marian Biezeman. Zij is GZ-psycholoog bij Dagelijks Leven, gespecialiseerd in trauma en traumabehandeling.
Als verpleegkundig specialist en SI-behandelaar word ik om hulp gevraagd in de behandeling van bewoner. Kees kan ineens verstarren. Het is duidelijk dat hij op deze momenten in paniek is. Angstig. Het team voelt zich machteloos. De collega’s zien dat Kees lijdt. Maar ze weten niet hoe zij Kees kunnen helpen, hoe ze hem gerust kunnen stellen. Gedrag dat wij niet begrijpen en waar de bewoner zichtbaar onder te lijden heeft, noemen we bij Dagelijks Leven “onbegrepen gedrag”. We volgen dan de richtlijn onbegrepen gedrag om te ontdekken waar het gedrag vandaan komt en hoe wij ervoor kunnen zorgen dat de bewoner zich beter voelt. Kees
Stappenplan onbegrepen gedrag bij dementie
Een van de methoden die wij kunnen inzetten om de oorzaak van het onbegrepen gedrag te ontdekken en mogelijk te behandelen is Sensorische Informatieverwerking (SI). Een SI-analyse kan ingezet worden wanneer we vermoeden dat er sprake is van een verstoorde prikkelverwerking. Mensen met dementie begrijpen de prikkels niet altijd, die via hun zintuigen binnenkomen. Zij weten dan niet hoe ze met deze prikkels om moeten gaan. Dat kan zorgen voor spanning, boosheid of ongemak. Of ertoe leiden dat iemand zich heel erg terugtrekt.
Lees hier meer over Sensorische Informatieverwerking.
De SI-analyse
Onderzoek
Tijdens een SI-analyse onderzoek ik de prikkelverwerking van de bewoner. Ik zorg ervoor dat ik door gesprekken met de bewoner, de verwanten en zorgmedewerkers een goed beeld kan vormen. De betrokkenen vullen vragenlijsten in en ik lees me goed in het levensverhaal en het bewonersdossier.
Het blijkt dat Kees’ zorgplan niet meer voldoende aansluit bij de belevingswereld van Kees, net als zijn behandelplan. Zijn belevingswereld wordt elke besproken met een gespecialiseerd verzorgende psychogeriatrie, de psycholoog en de verpleegkundig specialist. De huisarts heeft uitgesloten dat er een lichamelijke oorzaak is voor het onbegrepen gedrag. gedragsvisite
Observatie
Vervolgens observeer ik de bewoner nauwkeurig, op verschillende momenten van de dag. Welke prikkels worden aangeboden, en op welke manier? Welke prikkels worden niet op de juiste manier aangeboden? Welke geluiden hoort de bewoner, wat ziet de bewoner? Wordt de bewoner aangeraakt? Hoe reageert de bewoner op de prikkels die binnenkomen? En hoe alert is de bewoner? Hoeveel aandacht heeft de bewoner voor wat hij of zij aan het doen is?
Tijdens de SI-analyse blijkt dat Kees een sterk verhoogde score heeft op de algehele alertheidsvragen. Op de zintuigspecifieke vragen scoort hij niet hoog. Vanuit de praktijk weten we dat deze score mogelijk past bij een doorgemaakt trauma, dat niet goed verwerkt is. Je zou dan kunnen denken aan. We besluiten de posttraumatische stressstoornis (PTSS) in te zetten. Deze gebruiken we om PTSS uit te sluiten. TRADE-vragenlijst
‘Heeft Kees misschien iets indrukwekkends meegemaakt?’
Tijdens de met Kees’ kinderen bespreek ik de uitkomsten van de SI-analyse. Ik leg uit dat een hoge alertheidsscore, zonder een verhoogde zintuigalertheid, zou kunnen passen bij een onverwerkt trauma (PTSS). Een heftige gebeurtenis uit hun vaders leven die nu mogelijk weer opspeelt. Ik vertel ook dat ik ’s ochtends samen met collega’s van de locatie de TRADE-vragenlijst heb doorlopen. De uitkomsten wijzen mogelijk ook op PTSS. Ik vraag hen of Kees misschien iets heeft meegemaakt, wat zijn kwaliteit van leven heeft beïnvloed? heteroanamnese
Na mijn vraag zie ik de kinderen aarzelen. Een van hen wordt emotioneel. De ander geeft aan even te willen stoppen met het gesprek. Dus dat doen we. We drinken koffie. Daarna vragen Kees’ kinderen of zij de uitkomsten van de TRADE-vragenlijst kunnen inzien. Tijdens het doorlopen van de lijst bevestigen zij de uitkomsten. De kinderen kijken elkaar aan. Wat nu?
‘Het is belangrijk dat de bewoner en verwanten de ruimte krijgen’
Ik geef aan dat ik de GZ-psycholoog, gespecialiseerd in trauma en traumabehandeling, kan vragen mee te kijken. Kees’ kinderen zijn emotioneel en willen eerst overleggen. Het is voor mij duidelijk dat het in deze situatie belangrijk is dat de bewoner en verwanten de ruimte krijgen om goed na te denken over wat zij willen.
Na twee dagen word ik gebeld. De kinderen willen graag een gesprek met de psycholoog erbij. Ik neem contact op met de psycholoog, Marian Biezeman, en praat haar bij.
Benieuwd naar wat er gebeurt nadat psycholoog Marian Biezeman in medebehandeling komt? Lees hier verder of klik op de knop hieronder.
Lees Marians verhaal