Portret van specialist ouderengeneeskunde bij Dagelijks Leven, die zich al sinds hij als jonge arts aan de slag ging in het verpleeghuis, inzet voor betere mondgezondheid en mondzorg voor kwetsbare ouderen.
Deel op:

“Kijk erin en praat erover: vergeet in de dementiezorg de mond niet”

De meesten van ons poetsen netjes twee keer per dag de tanden en ragen, flossen of stoken dat het een lieve lust is. We gaan minimaal twee keer per jaar naar een mondhygiënist en/of tandarts. Maar als je een aandoening krijgt en zorgafhankelijk wordt, wie doet het dan? Je partner, je kinderen, de (thuis)zorg? En hoe ga je naar de tandarts als dat zelfstandig niet meer lukt? 

“Kijk eens wat vaker in de mond van de bewoners”,  vertelde de tandarts mij eens in het Amsterdamse verpleeghuis waar ik als jonge arts werkte. “Je weet niet wat je ziet!” De tandarts had gelijk. Ik wist niet wat ik zag! Want: waar moest ik precies naar kijken? Wel zag ik dat heel veel monden erg vies en vuil waren. Sommige bewoners hadden een nare mondgeur. Hoe zou dat komen?

Tandenborstel lenen bij de buurman

Nou, omdat er soms dagenlang niet werd gepoetst. Daar kwam ik achter in gesprek met bewoners die zelf niet meer konden poetsen. Gebitsprotheses werden vaak, maar niet altijd, in de nacht uit gedaan en dan in een glaasje water op het nachtkastje bewaard. Natuurlijk werd er wel gepoetst als de bewoner aan de zorg vroeg “wilt u even mijn tanden poetsen?” Soms was het wel even zoeken naar de tandenborstel. Die werd vaak bewaard in het nachtkastje. In het bakje tussen de andere toiletspullen. Maar hopen dat daar tussen de shampoo en de kam met wat haren ook de tandenborstel en tandpasta te vinden waren! Was de tandenborstel onvindbaar? Dan werd er niet gepoetst. Of de tandenborstel van de buurman of buurvrouw werd geleend…

Als ik aan een verzorgende vroeg waarom er soms niet werd gepoetst, kreeg ik verschillende antwoorden. “Daar hebben we geen tijd voor.” “Dat kan de bewoner zelf.” “Als iemand dat niet wil, dan doe ik dat niet.” “Ik vind het een vies klusje.” “Als de bewoner geen tandenborstel heeft, dan houdt het op.” ”Afweergedrag bij de mondverzorging? Dan laat ik het achterwege.” “Soms vergeet ik het, dan doet de avonddienst het wel.”

Mondzorg voor kwetsbare ouderen

Tijdens gesprekken andere collega’s en mijn opleidster in het verpleeghuis, hoorde ik dat ook zij weinig in de mond keken. Op andere afdelingen was dat niet anders. Was ik dan in zo’n slecht verpleeghuis terechtgekomen? Hoe deden ze het in andere huizen? Tot mijn verbazing ontdekte ik dat het overal in Nederland zo was. Ook over de grens in België, Duitsland, Denemarken, Zweden, Noorwegen, Polen en Frankrijk was het droevig gesteld met de mondzorg voor kwetsbare ouderen.

Is dat dan erg? Ja, dat is erg, hoorde ik op de universiteit en van tandartsen die werkten in verpleeghuizen. Een slechte mondgezondheid kan niet alleen zorgen voor gaatjes en het verlies van tanden, maar daardoor ook leiden tot ondervoeding en een verkorte levensverwachting. Medicatiegebruik zorgt voor een droge mond, waardoor de natuurlijke reiniging en bescherming vermindert. In zorginstellingen eten en drinken bewoners daarnaast veel suikerhoudende dranken en voeding. Dat vergroot de kans op gaatjes en het afbreken van gebitselementen. Door het slechte poetsen en het daarbij vaak vergeten van de tong, kan een nare mondgeur ontstaan. Dit kan ook door ontstekingen komen.

Nog elke dag met mondzorg bezig

Als jonge dokter besloot ik werk te maken van de mondgezondheid van ouderen. En tot op de dag van vandaag ben ik hier nog elke dag mee bezig. Zo geef ik (inter)nationale bij- en nascholing, doe ik wetenschappelijk onderzoek en ben ik betrokken bij het ontwikkelen van relevante richtlijnen, zoals de richtlijn Mondverzorging in de langdurige zorg en de PZNL-richtlijn Mondproblemen in de palliatieve fase. Verder ga ik in gesprek met verzekeraars, gemeentes, patiëntenverenigingen en de politiek om de mondgezondheid van zorgafhankelijke ouderen op de kaart te zetten. Het gaat moeizaam, zeer moeizaam. Maar de aandacht voor mondzorg voor kwetsbare groepen lijkt groter te worden en we zien de mondgezondheid in zorginstellingen langzaam verbeteren.

Meer lezen over het belang van mondzorg en mondgezondheid bij kwetsbare groepen? Lees hier waarom Gert-Jan van der Putten dit zo belangrijk vindt.

Meer over mondzorg

Kunstgebit als huwelijkscadeau

Laatst had ik een gesprek met een vitale 90-jarige dame. Zij had vrijwel al haar tanden en kiezen nog. Vroeger was dat wel anders, vertelde ze. Dan kreeg je met je huwelijk een kunstgebit van de familie cadeau. Dat bespaarde het kersverse bruidspaar in de toekomst een hoop geld voor tandheelkundige behandelingen. Ze was trots op haar gebit en was net nog naar de tandarts geweest omdat er een stukje van haar voortand was afgebroken.

Ik vroeg haar hoe belangrijk het gebit voor haar was. Nu, maar ook als zij dementie krijgt en wordt opgenomen in een verpleeghuis? Zij antwoordde mij: “Dan nog wil ik dat mijn haren worden gekamd en ik er netjes uitzie, dat mijn lippen worden gestift, mijn oorbelletjes in worden gedaan en dagelijks mijn tanden wordt gepoetst. Zelfs als ik bijt en spuug. Deze zaken zijn belangrijk voor het behoud van mijn waardigheid!”

‘Laat mij?’ Het begint bij ‘Ken mij’

WOW, wat geweldig wat deze mevrouw mij vertelt! Is dit niet de informatie die wij als zorgverleners nodig hebben? Tijdens de proactieve zorgplanningsgesprekken hebben we het vaak over de behandelbeperkingen: NIET reanimeren, NIET meer naar het ziekenhuis, NIET meer beademen, NIET meer naar de Intensive Care. Maar wat wil iemand juist wél? Ook als hij of zij begint te bijten en spugen? De meeste verzorgenden zullen bij deze vormen van verzet juist stoppen met wat er gedaan moet worden. We hebben respect voor de autonomie van de bewoner. En hebben we bij Dagelijks Leven niet het motto: Laat mij? Jazeker! Maar het begint met ‘Ken mij’! Dus bij opname en proactieve zorgplanningsgesprekken moeten we het niet alleen hebben over de behandelbeperkingen maar ook hoe wij als zorgverleners ervoor kunnen zorgen dat de bewoner zijn of haar waardigheid behoudt. In dat gesprek mogen we de mond en hoe belangrijk de mondverzorging voor iemand is, niet vergeten.

Geschreven door:

Gert-Jan van der Putten

Specialist ouderengeneeskunde. Kaderarts palliatieve zorg Meer verhalen van Gert-Jan