
Onder het genot van een kopje koffie zit ik ’s middags met een aantal dames aan tafel. Het gesprek gaat over dankbaarheid. Ik vraag de dames waarvoor zij dankbaar zijn. vertelt dat zij dankbaar is dat ze altijd zo goed heeft kunnen schilderen, Henriette is dankbaar voor haar drie dochters, die zo fijn nog steeds heel veel met én voor haar doen. Nellie is dankbaar dat zij zo’n liefdevol leven heeft gehad samen met haar man. Sien kijkt mij vragend aan. “En waar bent u dankbaar voor?” Pia
Ik vertel dat ik dankbaar ben voor het leuke werk wat ik heb. Omdat ik met lieve bewoners en gezellige collega’s samen mag werken. Dat ik het zo leuk vind dat ik op mijn werk creatief bezig kan zijn, mag zingen, dansen en mooie gesprekken als deze heb. Sien luistert aandachtig, knikt bevestigend en antwoordt dan: “Dat klinkt inderdaad echt heel leuk. Ik ben nu ook wel benieuwd naar waar u dan precies werkt…” Ik moest lachen, die opmerking had ik niet zien aankomen.
Met een glimlach terugdenkend aan het bovenstaande moment, bedacht ik me dat ik nog nooit zoveel plezier gehad heb in mijn werk als tijdens het afgelopen jaar dat ik nu werkzaam ben voor Dagelijks Leven, bij Het Stalkaarsenhuis. Natuurlijk maak ik ook verdrietige situaties mee, maar in deze blog wil ik graag een aantal leuke momenten met u delen. Momenten waar ik, en vaak ook ik samen met mijn bewoners, smakelijk om hebben kunnen lachen.
Nieuwe baan?
Ik ken Frits nog van mijn tijd in de wijkverpleging en ik bij hem thuis kwam. Nu woont hij bij ons in het Stalkaarsenhuis. Een aantal ochtenden op rij kom ik toevallig alleen in zijn studio om daar het afvalzakje op te halen. “Zo jammer dat je nu ander werk bent gaan doen, je was zo’n goede zuster”, zegt Frits op de derde ochtend. Op mijn vraag wat ik volgens hem nu voor werk doe, wijst Frits naar het afvalzakje in mijn hand. “Nou, je werkt nu toch als vuilnisman?”
Zo oud als je je voelt…
Een leuk gesprekje wat ik opving tussen Sam (95) en Willem (87). Sam is net jarig geweest en Willem vraagt aan hem hoe oud hij is geworden. Sam weet het niet meer precies. “Ik weet wel dat ik nog niet zo heel oud ben, ik ben volgens mij pas begin 90 jaar.” Willem voelt zich wel wat ouder: “Nou, ik ben wel al oud hoor, het kan best zijn dat er nog dinosaurussen rondliepen toen ik klein was.”
Suzan heeft eens zitten nadenken
Suzan heeft er goed over nagedacht en wil graag haar mening met mij delen. “Ik vond het eerst best zielig voor je man, dat jij hier woont en niet bij hem en je kinderen. Maar toen heb ik eens zitten denken en tegenwoordig kan dat natuurlijk ook. Maar één ding snap ik niet. Alle studio’s zijn hier toch bezet? Waar slaap jij dan?”
Eentje voor jou en eentje voor mij
Teuntje rijdt in haar rolstoel wat verloren door de gang van de woning. Ik wil haar opvrolijken en vraag: “Teuntje, wat zullen we samen eens gaan doen?” Teuntje antwoordt resoluut. “Met mij meegaan naar de mannenwinkel. Ik weet waar die winkel is en dan gaan we daar een leuke man uitzoeken. Ik heb echt een leuke man nodig. Als ik genoeg geld heb kunnen we er ook eentje voor jou uitzoeken.”
Zangkunsten
En het blijkt ook dat mijn zangkunsten niet altijd gewaardeerd worden, terwijl ik het juist zo leuk vind om het zingen van liedjes in te zetten bij het bieden van mijn zorg. Een bewoonster zegt: “nou het is maar goed dat je hier mocht komen werken want een carrière als zangeres moet je niet willen.” Eerder vroeg ze mij al eens of ik thuis ook zoveel zong, en dat mijn man dan wel blij zou zijn dat ik niet altijd thuis ben.
Die lieve nicht in Oudorp
Vanmorgen heb ik samen met Pia nog heel hard kunnen lachen. Ik informeerde naar haar hartenwens en Pia wist meteen wat ze heel graag nog eens zou willen doen. “Ik heb een hele lieve nicht in Oudorp, ik zou haar heel graag nog eens willen zien. Vroeger gingen we daar vaak heen, dat was altijd gezellig en leuk aan zee, ik houd van de zee.” Ik ben meteen enthousiast want ik zie een dagje uit voor me: een bezoek aan deze nicht in combinatie met een lunch aan het strand. Ook Pia deelt dit enthousiasme en denkt meteen mee in hoe we dit allemaal kunnen regelen met deze nicht. Totdat Pia ineens heel hard begint te lachen. “Ojee” zegt ze, “bedenk ik me toch ineens dat deze nicht al een tijd geleden is overleden, dan wordt het waarschijnlijk toch een beetje lastig”.