Te weinig huisartsen, steeds meer zorgbehoevende ouderen en een groeiende vraag naar kleinschalige, geclusterde woonzorgvormen. Om in de toekomst goede zorg te kunnen blijven bieden aan de bewoners van deze huizen, is het tijd voor een herziening van het huidige zorgmodel dat meer en meer onder spanning staat. Zorgaanbieder Dagelijks Leven besprak de problematiek én de mogelijkheden met betrokken instanties als het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit, Actiz, zorgkantoren en -verzekeraars. “Als de huisarts in een bepaalde regio minder tijd heeft om de zorg te regisseren, waarom organiseren we het daar dan niet anders?”
Mede doordat er geen nieuwe traditionele verpleeghuisplekken bijkomen, ontstaan in Nederland steeds meer geclusterde woonzorgvormen, bijvoorbeeld voor mensen met dementie. Wonen en zorg is daarbij gescheiden: bewoners betalen huur en de zorg wordt ingevuld door het “volledig pakket thuis zonder behandeling” vanuit de Wet langdurige zorg. Een vorm van thuiszorg, waarbij de huisarts als regiebehandelaar verantwoordelijk blijft voor de medisch-generalistische zorg (MGZ), net als wanneer de patiënt zelfstandig zou wonen. Maar de tijd die de huisarts beschikbaar heeft, wordt in bepaalde regio’s steeds schaarser. Dat terwijl het aantal zorgbehoevende ouderen en de vraag naar geclusterde woonzorgvormen daar vaak alleen maar verder toeneemt.
Vast team, één aanspreekpunt
Zorgorganisatie Dagelijks Leven, met ruim 85 kleinschalige woonzorglocaties voor mensen met dementie door heel Nederland, voorziet steeds grotere problemen door het toenemende tekort aan huisartsen en luidt de noodklok. “We vonden het de hoogste tijd om aan tafel te schuiven met vertegenwoordigers uit de hele zorgketen: verschillende zorgverzekeraars, zorgkantoren, betrokken organisaties en instanties zoals de Nederlandse Zorgautoriteit, Vilans, de Inspectie Jeugd en Gezondheid en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport”, vertelt directeur-bestuurder Jeroen Kleinjan. “Onder leiding van hoogleraar gezondheidseconomie Marcel Canoy bespraken we wat we nu kunnen doen om in de toekomst een groot maatschappelijk probleem te voorkomen.”
Want ook dan willen de betrokken partijen dat elke zorgvrager een plek heeft waar hij of zij kan blijven wonen, vervolgt Kleinjan. “Met een vast team aan zorgverleners en één aanspreekpunt die de zorg organiseert, zoals de huisarts dat nu doet. Momenteel is de zorg voor onze bewoners op deze manier goed geregeld. Maar bij Dagelijks Leven zien en ervaren we dat de tijd van huisartsen steeds kostbaarder wordt en het voor een groeiend deel van hen niet altijd mogelijk is om de regie te voeren. Wij zien zelf een mogelijke oplossing in het door ons ontwikkelde ‘regiemodel’, waarin we deze regie verleggen naar de verpleegkundig specialist of physician assistant.”
De juiste zorg op het juiste moment
Deze specialisten kunnen en mogen als zelfstandig regiebehandelaar optreden. “We ervaren in de praktijk dat deze werkwijze veel voordelen heeft. Met de verpleegkundig specialist of physician assistant (PA) als regiebehandelaar wordt de huisarts alleen aangehaakt wanneer de zorgvraag daar specifiek om vraagt. Ook de schaarse capaciteit van de specialist ouderengeneeskunde wordt in het regiemodel optimaal aangewend: pas als het echt nodig is. En dat werkt wederkerig: we zien dan ook een meer regionale rol voor specialisten ouderengeneeskunde, verpleegkundig specialisten en PA’s voor ons, waarbij de huisarts hen kan consulteren bij complexe zorgvragen van ouderen in de wijk. Daarmee is deze invulling van het zorgmodel niet alleen een oplossing voor kleinschalige woonvormen zoals de onze, maar ook voor mensen die zelfstandig blijven wonen.”
De juiste zorg op het juiste moment door de juiste zorgverlener, zo vat Kleinjan dit zorgmodel voor de MGZ in geclusterde woonvormen samen. “Er zijn voor een bredere implementatie nu nog wel enkele stappen te zetten. Het goed afspreken van de wijze waarop we de financiering gaan regelen, bijvoorbeeld. De wet- en regelgeving heeft daarvoor momenteel nog geen logische oplossing. Ik weet zeker dat we er met een beetje creativiteit prima uit gaan komen. En dat is ook nodig. Er moet nu iets gebeuren.”