Al bij de eerste rondleiding door Het Snijdelhuis in Boskoop was Rachel Rinsma verkocht. Nu ze er een aantal maanden woont, vindt ze het nog steeds “fantastisch”. Vooral het eten. “De kok haalt elke keer speciaal voor mij de champignons eruit. En dan zegt-ie als hij mij ziet: er zitten geen champignons in, hoor!”
Nee, thuis ging het niet meer, zegt Rachel met onvervalst Rotterdamse tongval. “Ik had in Rotterdam een vierkamerwoning, en om er te komen moest ik een stenen trap vanaf de straat en dan nog twee trappen op. Nou, ik heb twee kunstknieën. Mijn dochter zegt: mam, dit is niets voor jou. Jij komt nooit buiten, jij haalt nooit geen boodschappen. Dus is ze gaan zoeken naar een plekje dat goed was voor mij. Op een gegeven moment zegt ze: ‘ik heb nú toch iets gevonden…’ Nou, dat was Het Snijdelhuis. Ik vond het fantastisch.”
Altijd zonder champignons
De keuze om te verhuizen was snel gemaakt. En nog steeds heeft ze het naar haar zin. “Ten eerste: het eten is fantastisch, echt waar. We hebben een goede kok. Ik kan niet tegen champignons en dat heb ik in het begin tegen hem gezegd. Hij zegt: nou, dan ga ik proberen om ze eruit te halen voor jou. En dat doet hij nu, elke keer. En dan zegt-ie als hij mij ziet: er zitten geen champignons in, hoor! Ja, ze kennen me hier wel.” Het slapen is ook nog eens “verrukkelijk” én wonen in Het Snijdelhuis heeft nog een groot voordeel, merkt Rachel. “Ik kom uit een groot huis, mijn studio hier is veel kleiner. Ik hoef maar weinig schoon te maken. Heerlijk!”
‘Ik kijk hier de wijde wereld in’
De omgeving, met water en veel groen, is ook nog eens hartstikke mooi, zegt Rachel terwijl ze uit het raam kijkt. “Je hebt de ruimte. Ik kijk hier de wijde wereld in, zo voelt dat. Ik ben nog niet zo ver buiten geweest. Dan moet ik aan iedereen vragen of ze de weg weten naar waar ik woon. Hoe heet het hier ook alweer? Het Snijdelhuis, ja. Maar we gaan vaak met een hele ploeg wandelen, dat is ook veel leuker. Iedereen is hier nieuw, we zijn allemaal nog aan het ontdekken.”
“Ik kan het goed met ze vinden, de mensen hier zijn aardig. Ik weet niet hoe ze allemaal heten. Maar die weten ook niet hoe ik heet, hoor. We hebben het gezellig met elkaar. Dan gaan we samen eten, koffiedrinken, spelletjes spelen. Er wordt ook van alles georganiseerd. Ik ga altijd naar beneden, even kijken wat ze aan het doen zijn in de activiteitenruimte. Vaak doe ik mee.”
Tweede huis
Rachel kijkt nog eens om zich vanuit haar stoel in de woonkamer. “Ik vind het fijn hier. Heb veel mensen om mij heen. Ik ben niet meer alleen. Vroeger zat ik alleen in mijn huisje, toen kwam ik de deur niet meer uit. Ja, het is hier mijn tweede huis hier, eigenlijk, zo zie ik het. Wat ik nog mis? Niets. Alles is hier.”