Een bewoner wandelt samen met haar dochter door de tuin van een woonzorglocatie van Dagelijks Leven voor mensen met dementie. Ze zorgt graag voor haar medebewoners en voelt zich inmiddels helemaal thuis.
Deel op:

‘Ik ben hier mezelf, zoals ik thuis altijd mezelf ben geweest’

Een groot hart voor de zorg, dat heeft Loes altijd gehad. Nu ze in Het Ussenhuis in Oss woont steekt ze dan ook graag de handen uit de mouwen om het team te helpen waar ze kan. “Ik ben niet van het vervelen; zitten te zitten is niets voor mij. Dan ben je voor je het weet oud!”

Jarenlang werkte Loes als vrijwilliger op een zorgboerderij, waar onder meer mensen met dementie terechtkonden voor dagbestedingsactiviteiten. En daar gaat ze gewoon mee door, nu ze zelf vanwege dezelfde problematiek in Het Ussenhuis woont. “Als iemand een keer een beetje in een dip zit, dan ga ik ermee kaarten, ik maak een paar grapjes of ga een eindje met ze wandelen. Tot ze er weer tegenaan kunnen. Fijn hoor, met de mensen om me heen. En ik help graag in de keuken, met boodschappen doen en met het dekken van de tafel.”

Buiten eten

Dochter Laura vindt het mooi dat haar moeder de ruimte krijgt om te blijven doen wat ze altijd al zo graag deed. “Ze wil zorgen, zorgen, zorgen, en kan hier wat dat betreft helemaal haar ei kwijt. Ze wordt daarin ook niet geremd, krijgt de ruimte om die rol van vrijwilliger te blijven vervullen. Dat wordt geaccepteerd, het kan gewoon. De vrijheid die ze krijgt is heel belangrijk. Mijn moeder is altijd heel zelfstandig geweest.”

Dat is iets wat hen blij verrast heeft, toen Loes bij Het Ussenhuis kwam wonen, vervolgt Laura. “Weet je nog, mam? In het begin, toen het zulk mooi weer was ‘s ochtends en je eigenlijk wel graag buiten wilde eten? Toen ging je dat netjes vragen. En toen zeiden ze, en daarvan was jij helemaal onder de indruk: ‘ja natuurlijk mag dat. Dit is uw thuis, uw tuin. Als u buiten wil eten, dan gaat u toch lekker buiten eten? Of u komt gezellig bij ons zitten, of rustig in uw eigen studio, dat is ook goed. U mag het zelf weten.’” Loes knikt. “U bent hier thuis, zeggen ze dan. En in het begin dacht ik: nee ik ben hier helemaal niet thuis, dit is niet mijn huis. Maar dan moet je even wennen, het een plaatsje geven.”

Dochter op bezoek bij moeder, die zich thuis voelt bij Dagelijks Leven, kleinschalig wonen voor mensen met dementie. We zien drie foto's: eentje waarop ze samen in de studio puzzelen, twee waarop ze wandelen door de herfstige tuin.

‘Ik verveel me hier nooit’

Inmiddels heeft ze in Het Ussenhuis ‘haar stekkie wel gevonden’,  vertelt Loes. Het zorgen voor de mensen vindt ze ‘zalig’. “En ik verveel me hier nooit. Ik ben geen type om me te gaan zitten vervelen. Dan ben je zó oud! Als ik even niets te doen heb dan ga ik puzzelen of een rondje wandelen. Je kunt hier ook alle kanten op”, zegt ze, terwijl ze door het raam kijkt naar het park. “Wat een mooi plekje hè”,  vult Laura aan. “En het is heel fijn dat je gewoon al je spullen mee mocht nemen.” Ja, antwoordt Loes. “Zoals die kast, die is nog van mijn moeder geweest. En mijn schilderijen hangen hier, mijn tekeningen. Mijn moeder kon prachtig schilderen en tekenen, en dat talent heb ik gewoon overgenomen.” Haar studio is een fijne plek om te zijn, vindt Loes. Maar vaak heeft ze wat anders te doen. “Dan roepen ze ‘Loes! Kom, we gaan wandelen’.  Of iets anders leuks. En dan laat ik alles vallen en loop ik wel weer mee.”

Bewoner van Dagelijks Leven wandelt door de tuin van een kleinschalige woonvorm voor mensen met dementie, samen met haar dochter.

Betrokkenheid

Als dochter voelt Laura zich altijd welkom. “Er hangt een hele prettige sfeer. Door de warmte, de gezelligheid onder elkaar, maar ook dankzij de mooie tuin en het licht in het huis door de grote ramen. En de betrokkenheid is heel groot. Zoals vorige week, toen hebben we een uitvaart gehad. Best een zware, verwarrende dag voor mijn moeder. Nadat zij hier thuis was gekomen, kwam een van de zorgmedewerkers langs om rustig een praatje met haar maken, even vragen hoe het was.” “Ja”, zegt Loes, “het zijn maar kleine dingen, maar die zijn heel belangrijk, hè?”

Héél belangrijk, antwoordt Laura. “Dat is toch dat kleinschalige. Ook de communicatie naar mij toe is uitstekend. Ze zoeken je hier even op als ze wat willen vertellen en via Carenzorgt word ik heel goed op de hoogte gehouden. Ook over de simpelste dingetjes, als ze bijvoorbeeld een spelletje hebben gespeeld. Zo leuk. Je blijft echt betrokken, weet precies wat er allemaal speelt.”

‘Dat gevoel heb ik wel, dat het mijn huis is’

Nog een belangrijk punt voor Loes: niets is verplicht in Het Ussenhuis. “Het is hier niet van: je moet zo laat naar bed of zo laat ontbijten. Dat mag je allemaal zelf beslissen. Je kan eigenlijk zeggen: alles mag. Dat is echt heel fijn. Dan zit je hier toch wel lekker. Ik zei laatst, toen ik last had van mijn teen: ik kan dat hele eind naar huis niet lopen. Toen zeiden ze: maar dit is ook uw huis. En dat gevoel heb ik ook wel, dat het mijn huis is. Ik ben hier ook gewoon echt mezelf, net zoals ik thuis altijd mezelf ben geweest.”

Verhaal uit:

Het Ussenhuis in Oss

Meer informatie