Voor de complexe oudergeneeskundige zorg voor onze bewoners is er de Vakgroep Advies, Behandeling en Begeleiding van Dagelijks Leven. Deze vakgroep bestaat uit specialisten ouderengeneeskunde, verpleegkundig specialisten, een physician assistant en psychologen. Elk met hun eigen specialisaties en locaties waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Zij stellen zich graag voor. Miranda Koertshuis ondersteunt als verpleegkundig specialist verschillende locaties in het midden en zuiden van Nederland.
“Laagdrempelig, dat ben ik voor verwanten van de bewoners en de teams die voor hen zorgen. Ik merk dat ze mij als verpleegkundig specialist makkelijk aanspreken als ze vragen hebben, dat ze hun eigen wensen aangeven en het ook durven zeggen wanneer ze het ergens niet mee eens zijn. Dat vind ik een groot voordeel. Het contact met mensen is juist wat ik zo mooi vind aan mijn vak. Bovendien moeten we er samen voor zorgen dat de bewoner op een zo prettig en comfortabel mogelijke manier kan wonen bij Dagelijks Leven.
Dat we het samen doen, geldt ook voor onze vakgroep. Ik weet dat als ik een vraag heb of ergens ondersteuning bij kan gebruiken, er altijd iemand is die het antwoord heeft of de juiste hulp biedt. Het is fijn dat we met zo’n stevig team, vol expertises en aandachtsgebieden, bezetting hebben in het hele land. Zo kunnen we de teams op locaties en de betrokken huisartsen zo goed mogelijk ondersteunen bij complexe vragen in de ouderengeneeskunde, specifiek dementie.
“De puzzel rondkrijgen, dat vind ik een mooie uitdaging”
Als verpleegkundig specialist heb ik een aantal eigen locaties. Ik richt me vooral op de bewoners waarbij ik in medebehandeling ben, maar ben er ook voor andere bewoners. Vertoont iemand bijvoorbeeld ineens onbegrepen gedrag? Ik denk graag mee over wat er aan de hand zou kunnen zijn. Is er sprake van fysieke pijn, eet iemand slecht of kan de bewoner geen aansluiting vinden en is er sprake van eenzaamheid? De puzzel rondkrijgen, dat vind ik elke keer weer een mooie uitdaging. Als we dan vervolgens, zonder of door de inzet van mínder medicatie, ook kunnen uitvogelen hoe we de bewoner kunnen helpen, dan is dat geweldig.
Objectief observeren en signaleren
Het is tijdens het leggen van de puzzel van belang zo objectief mogelijk te observeren en signaleren. Wat zie je, wat doe je en wat is het effect van jouw handelen? Afhankelijk van de fase van dementie is het bijvoorbeeld moeilijk te bepalen of een bewoner fysieke pijnklachten heeft, omdat de pijnbeleving heel anders is. Dan is het belangrijk om goed te letten op de manier van bewegen -gaat iemand anders lopen?- of de gezichtsuitdrukkingen. Ik vind het heel waardevol om daarin ook een coachende rol te hebben voor het team op locatie.
Ken mij, Zie mij, Hoor mij, Laat mij
Op locaties denk ik samen met de locatiemanager na over hoe we het team het best kunnen begeleiden in het werken volgens onze visie. Want die visie, Ken mij, Zie mij, Hoor mij, Laat mij, die vraagt wat van medewerkers. Dat moet wel bij je passen. Bij ons gaat het niet alleen om de bekende zorgmomenten, zoals het opstaan, wassen en eten, nee; alle andere momenten zijn óók ondersteuningsmomenten. Samen een kopje koffie drinken of de afwas doen is net zo belangrijk als ervoor zorgen dat iemand ‘s ochtends aangekleed wordt. Natuurlijk loopt dit niet overal vlekkeloos en zijn er medewerkers die daar echt aan moeten wennen. Maar als je in de basis echt bereid bent om volgens onze visie te werken, dan komt het altijd goed. Het is mooi dat ik hen daarbij kan begeleiden.
Gerichte ondersteuning in anderhalvelijnszorg
Het is jammer dat er een verkeerd beeld heerst over kleinschalige woonvormen zoals die van Dagelijks Leven. Zo zouden deze woonzorglocaties de werkdruk voor huisartsen vergroten. Wij kunnen de huisarts juist heel gerichte ondersteuning bieden bij complexe vragen op het gebied van dementie en bijvoorbeeld palliatieve zorg. Wij werken hierin graag samen en nemen deze zorg over als dit wenselijk is. Ook kunnen wij de tijd nemen om te onderzoeken waar veranderingen in gedrag vandaan komen. Ik werk graag samen met de huisartsen met wie ik te maken heb, en heb het idee dat dat andersom ook zo is.
Het raakt aan het onderwerp waar ik een onderzoeksvoorstel over schrijf. Daarin is de vraag hoe de zorgstandaard dementie vorm krijgt in kleinschalige woonzorgorganisaties, zowel particulier als regulier. Ik ben erg blij dat ik daar bij Dagelijks Leven ook de ruimte voor krijg.”