Voor zowel Karin als haar moeder is het nog steeds wel een beetje wennen. Jarenlang woonden ze naast elkaar, waardoor Karin de nodige zorg kon bieden toen haar moeder door dementie langzaam achteruitging. Tot het niet meer ging. “Op een gegeven moment werd de verzorging te zwaar. Samen met mijn broer ben ik op zoek gegaan naar een thuis waar onze mams in een veilige omgeving met veel liefde verzorgd zou worden. Met Het Abtswoudehuis hebben we die plek gevonden.”
‘Zeeën vol tranen’ heeft ze gehuild, vertelt Karin. “Vanaf het moment dat ik vanwege de coronamaatregelen thuis ging werken kon ik mijn moeder 24/7 verzorgen. Ze woonde naast me: ik was altijd in de buurt. Voor ons beiden een mooie en dierbare tijd, waar ik met warme gevoelens aan terugdenk. En dan komt er ineens een plekje vrij en verhuist ze in januari, midden in een strenge lockdown, waardoor we als familie opeens heel weinig op bezoek konden.”
Daarbovenop is het accepteren van de ziekte niet altijd even gemakkelijk. “Mijn moeder is nog steeds aan het wennen, maar zeker in het begin kon ze hier best dwars en lelijk doen. Terwijl ze zó lief was vroeger. Dan kon ik me best wel schamen voor haar gedrag. Gelukkig wordt dat nu minder. Maar ze zit wel in die fase dat ze soms zelf in de gaten heeft dat ze vergeetachtig is. Dat is gewoon heel verdrietig.”
‘Dit is écht een warm bad’
Gelukkig kan er inmiddels weer wat meer en vindt Karins moeder steeds meer haar plekje in Het Abtswoudehuis. “Het was voor mijn broer en mij een hele moeilijke beslissing, maar als het dan niet meer gaat, wil je wel dat je moeder in een warm huis terechtkomt. En dit is écht een warm bad. Iedereen die hier werkt is zo lief en geduldig; het is bijna alsof ze erop geselecteerd worden.”
Zo is haar moeder laatst op bezoek geweest op de boerderij van een van de zorgmedewerkers, waar net een aantal lammetjes waren geboren. “Even kleine schaapjes kijken. Hoe bijzonder is dat?” Vanuit het Abtswoudehuis rijdt Karin samen met haar moeder ook regelmatig op de duofiets zo het centrum van Delft in. “Over de grachten via de bruggetjes, een ijsje eten of even kijken bij haar ouderlijk huis; dat zijn de dingen waar mijn moeder nog echt van kan genieten. En als zij geniet, geniet ik ook.”
Meer inzicht in ziektebeeld dementie
Ze komt vaak langs; alleen, met haar twee dochters of met hondje Luna, waar veel bewoners fan van zijn. Donderdag, aan het eind van de middag, is Karin standaard in het Abtswoudehuis aanwezig. Dan helpt ze als vrijwilliger met het eten, maakt ze hier en daar een praatje of doet ze met bewoners die daar zin in hebben een spelletje. “Of een puzzel. En dan is het altijd: ‘hebben we geen zin in’. Maar als ik dan begin komen er langzaam maar zeker steeds meer bewoners bij zitten, haha.” Het vrijwilligerswerk heeft Karin geholpen met het accepteren van de ziekte dementie. “Dat ik me kon schamen voor het gedrag van mijn moeder, omdat ze soms zo naar kon doen, dat heb ik nu niet meer. Ik zie nu beter in dat het helaas bij het ziektebeeld hoort en dat zij daarin zeker geen uitzondering is.”
Moe maar voldaan weer naar huis
Maar bovenal is het ‘superleuk’ om te helpen. “Ik liep hier net naar binnen en toen kwam een van de bewoonsters al naar me toe om te zeggen dat ze zo blij was dat ik er weer ben. Dat is toch mooi? Ik kom altijd doodmoe, maar ontzettend voldaan thuis.” Het laatste uurtje van haar vrijwilligerswerk op de donderdagavond is standaard voor Karins moeder. “Dan gaan we nog even rustig in haar studio zitten. Even tijd voor ons samen.”
Waar ze de eerste maanden via de verwantenapp, waarin foto’s worden gedeeld van het dagelijks leven in Het Abtswoudehuis, alleen maar foto’s van haar moeder met een lang gezicht voorbij zag komen is het nu wat vaker een vrolijke glimlach. “Natuurlijk heeft ze het nog weleens moeilijk. Maar in het weekend nemen mijn broer en ik haar vaak mee voor een bezoek bij een van ons thuis en dan zegt ze soms aan het eind van de dag: ‘ik wil nu wel naar huis’. En dat vinden we heel fijn om te horen.”