
Een nieuw gedicht van Francisca! Zij is gastvrouw en huishoudelijk medewerker in Het Emmerdennenhuis in Emmen en schrijft graag gedichten over haar werk, de zorg en de visie van Dagelijks Leven.
‘We lopen een eindje arm in arm, wij beiden’
Ik kom haar tegen in de wandelgangen
Met een verstrooide blik en tranen in haar ogen klampt ze me aan
Mijn stofzuiger leg ik weg en ik blijf even bij haar staan
Ze kijkt wat verloren
Ik probeer haar te zien en te horen
Haar onrust te vangen
Met en zonder woorden probeert ze iets te zeggen.
Haar hoofd lijkt een warboel
Maar ze zit hier niet goed voor haar gevoel
Ze heeft het over haar moeder en haar kinderen
Hoe het ook alweer zat, probeert ze zich te herinneren
De waarheid te hard om uit te leggen.
Ik wil naar mijn moeder toe
Die is er nog hoor, echt waar!
Ze maakt gebaren en wijst naar daar
Ik kan haar nu echt niet het gevoel geven
Dat haar ouders niet meer leven
Ik denk dat ik haar daar alleen maar extra pijn mee doe
De paniek is in haar ogen af te lezen
Ze zit weer helemaal in toen
Moet nog van alles doen
Ik probeer me haar beleving voor te stellen
Ze laat zich echt niks vertellen
Alles wat ze wil is wegwezen
Koffie aanbieden, afleiden
Het helpt allemaal even niet
Ze heeft niet door dat ze haar thuis al lang verliet
Kom, zeg ik, en sla een arm om haar heen
Zo voelt ze zich misschien iets minder alleen
We lopen een eindje arm in arm, wij beiden
Terwijl we zo samen lopen en praten
Verandert langzaam de blik in haar blauwgroene ogen
Zie ik haar tranen verdrogen
en komt er een lach op haar gezicht
Haar blik weer meer op nu gericht
Vol trots helpt ze me zelfs met stofzuigen,
heeft ’toen’ weer daar gelaten
Het kopje koffie die ze net zo hard nog afsloeg
Wil ze nu dan toch samen doen
Het is gelukt, ik krijg zelfs een zoen!
Samen in ons mooie huis
Gewoon als thuis…
Haar blik
zegt meer dan genoeg!