Samen met mijn collega heb ik een ontspannen en gezellige avonddienst. Zoals altijd laten we onze bewoners doen waar ze zelf zin in hebben. Zo zitten er een paar dames voor de televisie, gezellig kletsend met elkaar als ze niet naar het beeldscherm kijken. Eén dame zit samen met haar familie aan de grote tafel in de huiskamer. Er zijn ook bewoners die rustig in hun eigen studio zitten, soms samen, soms alleen.
In de activiteitenruimte speelt een vrijwilliger een spel met een aantal andere bewoners. Het is prachtig om te zien hoe fanatiek ze zijn. Er wordt enthousiast gespeeld, terwijl ze elkaar aanmoedigen en veel lachen. Kleine genietmomentjes vind ik dit toch altijd weer. Als onze bewoners blij zijn, ben ik dat ook!
‘Lieve dames’
Na de activiteit drinken we samen nog wat in de huiskamer, terwijl een enkele bewoner nog even vertelt hoeveel punten er wel niet zijn gescoord. De dienst van mijn collega zit er inmiddels op. Ze rapporteert de laatste bijzonderheden, verwisselt haar shirt voor haar eigen trui, pakt haar spullen en loopt nog even de huiskamer in.
Aan de dames die voor de televisie zitten vertelt ze dat er voor haar voor vandaag weer opzit en dat ze naar huis gaat. Ze zwaait nog een keer: “aju!” Als ze de gang inloopt zegt één van de bewoonsters: “wat zijn het hier ook lieve dames allemaal, het voelt net als mijn eigen familie.”
Ik glimlach. Deze uitspraak geeft mij zo’n goed gevoel. Deze dame woont nog niet zo lang bij ons maar we hebben in deze korte tijd al veel mooie uitspraken gehoord, én complimenten mogen ontvangen.
Als mijn dienst erop zit, loop ik tevreden naar mijn auto. Onderweg naar huis denk ik weer even terug aan het mooie compliment. Automatisch gaan mijn gedachten naar al die geniale opmerkingen en mooie uitspraken van onze bewoners. Eigenlijk zouden we die moeten noteren. Zodat we er iedere keer weer even om kunnen lachen. Of om ons er weer even aan te herinneren dat we hier écht een leuke baan hebben.
‘Ik zou nooit zomaar wat roepen’
Een paar dagen later krijgen we opnieuw een mooi compliment van dezelfde dame. “Wat geef je toch mooie en lieve complimenten, ik kan hier heel blij van worden”, zeg ik tegen haar. De bewoonster moet lachen. “Als ik een compliment geef “, zegt ze, “dan mag je ervan uit gaan dat dit ook echt meen. Want ik zal nooit zomaar wat roepen.”
Als ik haar aankijk zie ik een tevreden vrouw, die haar plekje bij ons gevonden heeft. En ben ik blij dat ik hieraan mee mag werken, in een heel mooi huis.