Ken mij, Hoor mij, Zie mij, Laat mij. De visie van Dagelijks Leven is alles waar ik als GVP voor sta.
Ken mij
De levensgeschiedenis van onze bewoner is zo belangrijk. Wie is deze persoon? En dan zeg ik héél bewust “is”, want maar al te vaak worden mensen bestempeld met hun ziekte wanneer ze de diagnose dementie krijgen. Hij of zij “is dementerend”, wordt er dan heel oneerbiedig gezegd. Alsof die persoon plots niet meer bestaat en de ziekte het over heeft genomen. De persoon blijft altijd bestaan, tot zijn laatste adem. En ja; hij heeft een hele nare ziekte gekregen die zijn hersenen langzaam steeds meer aantast. Maar deze persoon is ook een kind geweest, een werknemer of werkgever en vaak een ouder en grootouder. Iemand met een leven vol dromen, liefde en vreugde maar ook verdriet, angsten en uitdagingen. Iemand die eigen regie over zijn leven heeft gehad. Die regie brokkelt langzaam stukje voor stukje af. Maar de kern? Die blijft. Dat licht in hun ogen, dat je langzaam ziet dimmen totdat ze uiteindelijk gesloten blijven.
Zie mij
Iemand echt zien, is alleen mogelijk als je het tempo van diegene aanneemt. En dat tempo wordt steeds trager naarmate de dementie vordert. Tijdens dat proces worden er vier fases doorlopen. In fase 3, de ‘verzonken ik’-fase, is iemand letterlijk in zichzelf verzonken. Deze persoon is nog wel aanwezig, maar simpelweg niet meer in staat om zelf initiatief te nemen tot het maken van contact.
Je ziet dan bijvoorbeeld dat iemand met afhangende schouders en gesloten ogen of een lege blik zit te friemelen aan zijn kleding. Dat friemelen betekent: ik ben hier en ik heb een bepaalde behoefte. Hij of zij zoekt een manier om zichzelf aan ons kenbaar te maken. Het is aan ons om uit te vinden wat die behoefte is. Gewoon even wat menselijk contact? Of is er misschien sprake van honger of pijn? Hierbij moet je dus heel alert zijn op kleine bewegingen of bepaalde mimiek. Wanneer je niet even rustig de tijd neemt om goed te observeren, zul je deze signalen missen en iemand niet zien.
Hoor mij
Stel je de volgende situatie eens voor. Wanneer het eten wordt opgediend begint mevrouw te mopperen dat de aardappelen er niet uitzien. Ook benoemt ze dat sla voor konijnen is. Ze verheft haar stem en zegt dat ze het schandalig vindt dat we dit zo durven te serveren en loopt boos weg van tafel. Hoe zou je reageren? Wat zou je van haar denken?
Ik ben naar haar studio gelopen en kreeg daar eerst nog een hele lading over me heen. Ik liet het gelaten toe en nam plaats op het bed. Gedurende het gesprek kwam naar voren dat haar geheugen haar steeds meer in steek laat. Dat ze er geen grip meer op heeft en dat ze die grip vroeger wel altijd had. Mevrouw barstte in tranen uit en in vijf minuten tijd is de situatie veranderd van de wind van voren krijgen tot een troostende schouder aanbieden om op uit te huilen. Hoor mij….
Laat mij
Als zorg willen we altijd het beste voor de bewoners. Maar ja, wat is het beste? Iemand drie keer per week douchen terwijl hij toen hij thuis woonde zich altijd waste aan de wasbak? Is het beste iemand om 9.00 uur ’s ochtends wakker maken, zodat hij kan ontbijten en gezellig aan de activiteiten mee kan doen, terwijl hij thuis altijd pas rond 12.00 uur opstond? Is het beste iemand steeds terug in bed leggen terwijl hij thuis altijd in zijn luie stoel sliep?
Soms is het beste: iemand gewoon laten. Laten zijn wie hij is, met zijn eigen normen en waarden. We hoeven niet altijd alles op te lossen. In het echte leven gaat niet alles over rozen. Niemand is perfect, waarom zouden onze bewoners dat wel zijn? Laten we mensen vooral blijven zien als mensen en niet als hun ziekte. Kijk naar wie ze zijn, zie hun behoeftes, luister naar wat ze zeggen en lees daarbij vooral ook tussen de regels door. Laat mensen in hun waarde.