Quiz Dementiezorg bij Dagelijks Leven iets voor jou

Ans, een van de bewoners met dementie, weigert voor 11.00 uur ‘s ochtends uit bed te komen. Wat doe jij?*

Dat je Ans voor 11.00 uur ‘s ochtends met rust moet laten, dat wist ik allang! Ik laat haar dus lekker liggen. Ik weet dat als ik na elven mijn hoofd om de deur steek, ze wel op wil staan. Ik wek haar nooit voor die tijd.

De bewoners moeten toch echt met z’n allen om 9.30 uur aan de koffie zitten, anders loopt de hele planning in de soep! Ik doe dus om 9.00 uur de gordijnen open en begin met de ADL. Ik heb ook niet de hele dag de tijd.

Het is van belang iedereen op tijd te wekken, anders liggen de bewoners ook alleen maar in bed. Om Ans rustig wakker te maken klop ik zacht op de deur en zet ik de gordijnen op een kiertje, zo komt er al wat licht in de kamer. Even later klop ik nog wat harder op de deur en pak ik vast de kleding uit de kast. Het geluid, het geklop en het licht zorgt ervoor dat zij toch rond 9.30 uur aan kan schuiven in de woonkamer.

Jij past bij Dagelijks Leven als je A hebt gekozen. De visie van Dagelijks Leven is ‘Ken mij, Zie mij, Hoor mij, Laat mij’. Iemand laten, betekent ook dat we mensen hun eigen dagritme laten houden. Bewoners mogen zelf bepalen hoe laat ze gaan slapen, weer opstaan en koffiedrinken. Als zorgmedewerkers bewegen we mee. Doordat wij de bewoners écht kennen, weten we ook wat zij fijn vinden.

Bewoner Mans zit in de ‘Verzonken ik’-fase van dementie. Hij is bedlegerig en kan niet meer praten. Vroeger was hij een echte gangmaker en speelde hij een stevig deuntje op z’n accordeon.*

Ik laat Mans in zijn eigen studio liggen. Dat is lekker rustig voor hem. Ik neem regelmatig een kijkje om te zien of ik iets voor hem kan doen.

Ik zorg ervoor dat ik Mans zoveel mogelijk met bed en al naar de woonkamer breng. Ik weet dat hij geniet van het gezelschap. Wanneer er een activiteit met muziek is, moet Mans daar ook bij zijn. Dan zie ik zijn ogen oplichten.

De ‘Verzonken ik’-fase van dementie? Die bestaat helemaal niet.

Jij past bij Dagelijks Leven als je B hebt gekozen Wanneer de ‘Verzonken ik’-fase aanbreekt, doen wij ons best om de kwaliteit van leven zo hoog mogelijk te houden. Dat we de bewoners echt kennen, is dan belangrijk. Zo kunnen we, hopelijk, nog kleine geluksmomentjes creëren.

Bij jou in huis zijn twee bewoners, een man en vrouw, verliefd op elkaar. Probleem: ze horen niet bij elkaar en hebben allebei een partner die geen dementie heeft en nog thuis woont. Jij vindt de bewoners ‘s nachts samen in bed in de studio van de mannelijke bewoner.*

Ik word boos en zeg dat ik de bewoonster als de wiedeweerga naar haar eigen studio breng. Zijn ze nou helemaal besodemieterd? Stelletje viespeuken.

Ik laat hen voor nu samen en bespreek de situatie met de GVP, die vervolgens een gesprek inplant met de partners/verwanten.

Ik ga gauw weg en doe of ik niets gezien heb. Dat zij verliefd zijn op elkaar, dat is toch hartstikke leuk?

Jij past bij Dagelijks Leven als je B hebt gekozen We proberen elke bewoner zoveel mogelijk eigen keuzes te laten maken, maar het wordt natuurlijk lastig wanneer dit voor verwanten moeilijke situaties oplevert. Het is belangrijk om met hen in gesprek te gaan. Misschien kan afgesproken worden dat logeerpartijen niet gewenst zijn, maar dat de verliefde bewoners overdag wel hun affectie aan elkaar mogen laten blijken zolang de partners niet op bezoek zijn?

Iedereen voelt het. Voor Peggy zit het einde van haar leven eraan te komen. Haar familie is extra veel op bezoek en probeert zo goed en kwaad als het kan haar wensen rondom palliatieve zorg met Peggy te bespreken. Natuurlijk worden ook de arts en jij als contactverzorgende hierbij betrokken.*

Jij zorgt dat je hen niet te veel voor de voeten loopt en je nergens mee bemoeit. Je probeert het contact te beperken en komt alleen voor de hoognodige zorg naar haar studio.

Och, je hebt dit laatst nog meegemaakt met een tante van je. Weet je wat de familie van Peggy zou moeten doen? Jij hebt allerlei tips die jou goed geholpen hebben en zal het hen wel even vertellen.

Je biedt zoveel mogelijk een luisterend oor als je ziet dat de familie, of Peggy, zelf daar behoefte aan hebben. Je zorgt dat je goed op de hoogte bent van de wensen van Peggy en handelt hier ook naar

Jij past bij Dagelijks Leven als je C hebt gekozen Als verzorgende is het goed om te weten op welke manieren jij kunt ondersteunen in deze fase van iemands leven. Het is daarom belangrijk om goed te weten wat de wensen te zijn van de verwanten en de bewoner en deze te respecteren. Natuurlijk kan dat ook betekenen dat je hen met rust moet laten. Maar het kan ook betekenen dat familie en andere naasten jouw ondersteuning juist hard nodig hebben.

Meneer Singh is heel onrustig en gaat ‘s nachts regelmatig de gang op. Dat hoeft op zich niet vervelend te zijn voor de andere bewoners, maar dat is het wel: hij loopt aan elke deurklink te rammelen. Wat doe je?*

Ik ga naast meneer Singh lopen en wandel een tijdje met hem door de gangen van het huis. Ik houd zijn arm vast en maak, zo goed en kwaad als dat gaat, een praatje met hem. Als ik voel dat hij wat rustiger wordt, breng ik hem rustig aan weer naar zijn studio om te gaan slapen.

Ik begeleid meneer Singh op de momenten dat hij de gang oploopt direct weer naar zijn studio om weer te gaan slapen. Zo hoop ik dat andere mensen zo min mogelijk last van hem hebben.

Ik doe de deur van meneer Singh op slot. Ik wil dat de bewoners genoeg slaap krijgen en heb zelf ook geen tijd om hem constant weer naar zijn eigen studio te brengen, want er zijn ook andere bewoners die zorg en aandacht verdienen. Natuurlijk neem ik af en toe wel een kijkje.

Je past bij Dagelijks Leven als je A hebt gekozen Dit is een lastige situatie. Bij Dagelijks Leven proberen we zoveel als mogelijk ook op deze momenten ‘Ken mij, Zie mij, Hoor mij, Laat mij’ in gedachten te houden. Dus: niet geïrriteerd raken en iemand weer naar bed sturen, maar proberen rust te creëren voor de bewoner, op een manier die bij hem of haar past.

Mevrouw Jansen vindt het fijn om te helpen bij het dekken van de tafel. Ook bij het afruimen en afwassen staat zij als eerste paraat. Helaas begint haar motoriek wat achteruit te gaan. Er sneuvelt dus regelmatig een bord of glas. Zonde!*

Ik dek sowieso altijd zelf de tafel, ruim hem weer af en pak de boel samen met een collega in de vaatwasser. Als ik het doe, gaat het veel sneller en liggen er minder scherven op de grond, dat is voor iedereen beter.

Toch laat ik mevrouw Jansen zoveel mogelijk haar gang gaan, omdat ik weet dat ze zich fijn voelt als ze kan bijdragen aan het huishouden. Ik probeer haar wel wat meer te ondersteunen en handige trucjes aan te leren, zoals het gebruik van een serveerkar. En ach ja: scherven brengen geluk, zeggen ze toch altijd?

Ik zorg ervoor dat een andere bewoner met stoffer en blik klaarstaat om de boel op te ruimen. Ik was tijdens de maaltijd druk met de zorgplannen en wil dit graag afmaken. Ik heb een strakke planning en geen tijd om alles op te ruimen.

Jij past bij Dagelijks Leven als je B hebt gekozen Wij stimuleren bewoners zoveel mogelijk mee te doen met dagelijkse bezigheden, zoals het huishouden of tuinieren. Voor zover zij dat zelf leuk vinden, natuurlijk! We proberen bovendien rust en sfeer te creëren rondom de maaltijd. Daarom laten we als dat even kan ander werk even voor wat het is om zo echt aandacht te hebben voor het eetmoment en alles daaromheen.

Henny, een bewoonster bij ons thuis, heeft al haar leven lang last van watervrees. Toch is hygiëne (door middel van een douche o.i.d.) erg belangrijk. Hoe zorg jij ervoor dat Henny, ondanks haar watervrees, toch voldoende aan haar hygiëne blijft doen?*

Hoezo moet ik hier iets aan doen? Als Henny niet wil douchen, dan moet dat toch gewoon kunnen? Ik laat haar haar eigen regie bepalen, zij komt vanzelf wel naar mij toe wanneer zij hier klaar voor is.

Stinken?! Daar doen wij hier niet aan. Ik zet Henny gewoon onder de douche, dat is de beste manier om van een angst af te komen.

Ik weet dat Henny erg angstig is wanneer zij water ziet. Ik probeer daarom eerst, net als vroeger, rustig met een nat washandje haar gezicht en handen schoon te maken.

Je past bij Dagelijks Leven als jij C hebt gekozen. Hygiëne is belangrijk, zeker wanneer iemand niet of nauwelijks gewassen wil worden. Wel is het hierin van belang dat je luistert naar de wensen van de persoon met dementie. Reageert de bewoner angstig, of merk je dat het nu even niet gaat? Probeer het dan op een rustiger moment nogmaals, of overleg bijvoorbeeld met zijn/haar verwanten over een passende oplossing. Op deze momenten is het dan ook belangrijk onze visie in gedachten te houden: “Ken mij, Zie mij, Hoor mij en Laat mij”.

Mevrouw Smit houdt van wandelen. Jij hebt eventjes tijd en ook wel zin in een wandeling door de buurt. Hoe vraag je mevrouw Smit of ze mee wil?*

Wat zou u graag willen doen, mevrouw Smit?

Zullen wij even lekker gaan wandelen mevrouw Smit? Ja, hè? Gezellig, hè?

Kom mevrouw Smit, we gaan wandelen!

Je past bij Dagelijks Leven als jij antwoord A hebt gekozen. Misschien heeft mevrouw Smit wel helemaal geen zin in een wandeling, weet jij veel! “Heeft u zin in een wandeling met mij?” is ook een goede vraag. Het is belangrijk dat mevrouw Smit zelf de keuze heeft. Betuttelen, zoals bij antwoord B, doen we in ieder geval niet.

Dementiezorg bij Dagelijks Leven iets voor jou? Test het hier!