Een robotpoes op een tafel in een woonzorglocatie voor mensen met dementie van Dagelijks Leven. Ter illustratie bij een blog over toneelspelen in dementiezorg.

‘Uw beleving is mijn beleving’: dementiezorg is soms ook toneelspelen

Een avonddienst, november vorig jaar. Er loopt een stagiair verpleegkunde met me mee. Ik krijg de overdracht van mijn collega, lees de rapportage en maak zoals altijd een rondje langs onze bewoners. Bij één mevrouw merk ik al bij de begroeting dat ze vandaag haar dag niet heeft en wat mopperig is. 

Als ik haar later deze avond wil ondersteunen bij het naar bed gaan, benader ik haar rustig. Bij iedere handeling wacht ik een tel haar reactie af. Ineens begint deze mevrouw zachtjes te huilen en roepen tegelijk. Als het huilen en roepen zo goed als voorbij is, zegt ze boos tegen mij: “Je zorgt er maar voor dat poes-poes binnenkomt.”

‘Als je het niet doet, bel ik de politie’

Ik ga gelijk mee in haar beleving. “Tuurlijk zorg ik daarvoor”, zeg ik, terwijl ik haar verschrikt aankijk. “Ja”, antwoordt de bewoonster. “Dat doe je maar. En als je dat niet doet, dan bel ik de politie en die zal je een bekeuring geven.” “Oh jee”, zeg ik. “Dat wil niet. Ik ga gelijk poes-poes zoeken.”

Ik laat de deur van haar studio bewust open, zodat ze kan horen dat ik over de gang “poes-poes” roep. Maar niet alleen deze mevrouw hoort dat ik poes-poes zoek. Ook mijn collega’s komen me tegemoet lopen, om te vragen wat ik aan het doen ben. Ik zeg dat ik poes-poes zoek. “Want als ik de poes niet vind, krijg ik een bekeuring en dat wil ik niet.” De collega’s kijken me aan alsof ze water zien branden. Eén van hen loopt mee naar de bewoonster. “Ja,” zegt mevrouw. “Als jullie de poes niet kunnen vinden krijgt zij een bekeuring.” Ze wijst naar mij. “Hoor je het?” zeg ik tegen mijn collega.

‘Gelukkig, poes-poes, daar ben je wel!’

Deze mevrouw woont achter in de gang, dicht bij de nooduitgang. Ik doe deur open en roep wat hard poes-poes. “Gelukkig poes-poes, hier ben je wel, kom snel binnen”, zeg ik opgelucht. “Je moet naar je vrouwtje.” Met derobotpoes in mijn armen loop de studio in en zeg: “ik heb de poes”. De bewoonster kijkt gelukkig weer een stuk vrolijker en de boze bui is verdwenen.

“Zal ik haar op uw voeteneind leggen?” vraag ik. Dat wil de bewoonster graag. Ik leg de poes neer en wens mevrouw een goedenacht toe. Als ik weer de gang oploop, vraagt de stagiaire verbaasd: “wat was dit dan?” “Ja, jij denkt dat je er straks bent, als je je diploma voor verpleegkundige hebt,” antwoord ik. “Maar in dit vak red je het niet als je geen toneel kan spelen.”

Geschreven door:

Claudia Harmsen

Verzorgende IG bij Het Beekdalhuis WierdenMeer verhalen van Claudia