Alleen is maar alleen, vindt Corrie Bertens. Ze vindt het dan ook hartstikke fijn om in Het Stappegoorhuis te wonen. “Het is gewoon in één woord: goed”
94? Is ze al 94? Corrie schrikt er zichtbaar van. “Ja”, zegt haar zoon Martijn met een vrolijke glimlach. Corrie: “Dan zal het wel niet lang meer duren, met mij.” Dat roept ze al jaren, antwoordt Martijn. “Ja, maar 94, Martijntje, dat is al oud! Ik was vroeger altijd ziek. En nu ben ik zo onderhand de sterkste.”
‘Aan mijn spullen ben ik gehecht’
Corrie, een échte Tilburgse, is nog altijd even goedlachs als haar zoon. Ze heeft het dan ook goed naar haar zin in Het Stappegoorhuis. “Ik kan met iedereen goed omgaan.” En ze vindt het heel fijn dat haar studio is ingericht met vertrouwde meubels van thuis. “Daar ben ik aan gehecht.” Maar alleen in haar studio zitten? Corrie trekt een afkeurend gezicht. Ze moet er niet aan denken. “Vreselijk!” Ja, zegt Martijn, “Er staat een televisie, maar die is nog nooit aan geweest.”
Liever is Corrie in een van de twee gezamenlijke huiskamers. Of de activiteitenruimte. “Van maandag tot en met vrijdag is er altijd wat te doen. Gym, bingo, sjoelen: ik vind alles leuk. En wandelen door de wijk, met z’n allen. Zolang ik maar niet alleen hoef.” Het enige waar ze niet om geeft, is knutselen. “Dat kan ik toch niet, denk ik dan. Maar ik ga er wel bij zitten. Gezellig. En ik zie graag dat een ander hard aan het werk is.” Helpen met koken of een ander huishoudelijk klusje? Nee hoor, ook niet. “Gemak dient de mens”, zegt Corrie.
‘Hier zijn gelukkig altijd mensen’
Eenzaamheid was een belangrijke reden om te verhuizen naar Het Stappegoorhuis, zegt Martijn. “Mijn vader is in 2021 overleden, en mijn moeder kan helemaal niet tegen alleen zijn. Ze belde vaak, en als we na een bezoek weer weggingen zei ze: ga je nu alweer?” Corrie knikt. “Ik ben niet graag alleen. Kan ik niet tegen. Eenzaamheid. Hier zijn altijd mensen, gelukkig!”
En het zijn ook nog eens leuke mensen, zegt Corrie. “De zusters zijn lief. En de broeders ook.” Martijn is het daarmee eens. “Alle medewerkers zijn lief en behulpzaam. Ze helpen haar ’s ochtends, met wassen, douchen, aankleden. En dan gaat ze naar beneden en is ze dus de hele dag hier. Het is ook nog weleens zo dat ze ’s avonds naar boven gaat, de pyjama aantrekt en dan weer naar beneden gaat in haar duster.” Corrie knikt. “Ja. Thuis had ik dikwijls mijn duster aan. En dat kan hier ook gewoon. Hier kan alles. Ja, ze zijn heel makkelijk.”
‘Verzorging heeft echt tijd’
Voor Martijn en zijn zus geeft het rust dat hun moeder nu op zo’n fijne plek woont. “De bewoners kunnen opstaan wanneer ze willen, naar bed wanneer ze willen: er zijn geen vaste tijden. En de verzorging heeft echt tijd. Om even een spelletje te doen, een praatje te maken. Als ze zien dat iemand verdrietig is, nemen ze de tijd om er even bij te gaan zitten.
We zijn ook wel bij een groter verzorgingshuis gaan kijken, maar dan stond er bijvoorbeeld op televisieschermen bij de lift “bingo, 14:00 uur op de tweede verdieping”. Hier komen ze naar mijn moeder toe om te vragen of ze mee wil doen. Voor ons is die persoonlijke benadering heel fijn. Als verwanten heb je ook een band met de verzorging: je kent iedereen. En je kunt altijd binnenlopen. Wij zijn héél blij dat onze moeder hier terechtkon.”
