
Ze is een kwieke verschijning, mevrouw Hermans (89). De haren netjes gekapt, nagels gelakt en nooit zonder lippenstift de deur uit. Drie maanden geleden verhuisde ze naar Het Alterehuis in Halsteren. Daar zit ze inmiddels helemaal op haar plek, vertelt haar zoon Robert. “Ze helpt iedereen, neemt andere bewoners op sleeptouw. Een gangmaker, zeggen ze hier. Dat vind ik als zoon zó fijn om te horen.”
Tot haar 89e woonde mevrouw Hermans nog zelfstandig, in een seniorenflat midden in het dorp. “Ze redde zich goed. Ook in de 6,5 jaar na het overlijden van mijn vader. Zat bij de KBO, de Zonnebloem – altijd onder de mensen. Dat is ze ook: sociaal, aanwezig, altijd in voor een praatje.”
Toch veranderde er langzaam iets, merkten haar kinderen. “In het begin dacht ik nog: iedereen is wel eens vergeetachtig. Maar toen ze me ging bellen op rare tijden met vragen als ‘Moet je vandaag naar school?’ wist ik: er klopt iets niet.” Een bezoek aan de huisarts, casemanager dementie en geriater volgden. In december kwam de diagnose dementie.
Niet meteen overtuigd
Het Alterehuis kwam al vrij snel ter sprake, vertelt Robert. De kleinschalige woonzorglocatie in Halsteren was toen net open én goede vriendin Lien woonde er. “Mijn moeder ging daar regelmatig op bezoek, maar zelf verhuizen? Dat zag ze totaal niet zitten. Ze zei: ‘Ik ben daar nog niet aan toe. Daar wonen alleen maar mensen die knettergek zijn.’”
Toch gingen ze samen kijken. “Er waren nog studio’s vrij. We hebben alles uitgeprobeerd, zelfs of ze de wasmachines uit het washok naast haar studio kon horen. Nou, niks dus.” De lichte studio, met uitzicht op de ruime tuin, voelde meteen goed. En toen ging het snel.
“Ze belde: Het ‘hotel’ werd wel erg duur”
“De eerste weken waren best wennen. Wilde ze naar huis, want de bloemen moesten water. Of dan zei ze aan de telefoon dat ik haar ‘toch maar eens moest uitchecken uit het hotel, want anders werd het zo duur’. Maar ondertussen voelt ze zich er echt thuis.”
Robert wijst op een vogelhuisje in de tuin. “Die komt van mijn ouderlijk huis, gemaakt door mijn schoonvader. Vanaf het begin zei mijn moeder: ‘Ik zou het zo fijn vinden als dat mee mag.’ Dat kon.” Het vogelhuisje heeft nu een mooie plek in de tuin van Het Alterehuis – net als sommige andere spulletjes van bewoners. “Daar staat bijvoorbeeld ook een tuinkabouter die van iemand is. Leuk, toch?”
Laatste gang
Toch is het niet altijd makkelijk – de dementie van zijn moeder én alles wat daar verder nog bij komt kijken. “Je verliest je moeder meer en meer. En ook je ouderlijk huis. Daar moest ik aan wennen. Maar ik weet ook: ze eet hier goed, krijgt op tijd haar medicijnen, er wordt op haar gelet. Dat geeft veel rust.” Ook het contact met het team is heel fijn. “Iedereen kent mijn naam. Of ik nu op bezoek kom of via de app Carenzorgt iets vraag, ik word altijd serieus genomen. De begeleiders hier zijn allemaal even lief, keer op keer, wie je ook spreekt. Ik hoop dat ze hier nog lang kan wonen.”
Daar is mevrouw Hermans het mee eens: “Het is hier gezellig, echt. Als ik mijn laatste gang zo mag beleven, hoor je mij niet klagen. Als het anders zou zijn, dan zeg ik het ook eerlijk hoor!”